De afgelopen maand zijn er vier momenten geweest waarop ik als ouder mijn mond open moest trekken, ter bescherming van mijn kinderen. Als de veiligheid van mijn kinderen in het geding is zal ik altijd voor ze opkomen, maar ik kan je wel vertellen: ik vind het helemaal niet leuk om te moeten doen. Ik merk ook dat heel veel ouders het niet durven, omdat ze bang zijn voor de gevolgen. De ander kan namelijk boos worden of zich beledigd voelen en je kunt te boek komen te staan als “zeikmoeder”. Durf jij je mond open te trekken als ouder?
Zonder specifiek in te gaan op de gebeurtenissen, waarin ik voor mijn kinderen moest opkomen de afgelopen maand, zal ik een paar gangbare situaties beschrijven waarin je als ouder moet opkomen voor je kind.
Je mond opentrekken op school of kinderopvang
Hier is je kind vaak. Dus enerzijds is het essentieel om een goede band te hebben met de school, de kinderopvang en de leerkrachten/begeleiders . Maar anderzijds is het ook belangrijk om voor je kind op te komen, als er iets gebeurt waar je het niet mee eens bent of wat onverantwoord of zelfs gevaarlijk is. In mijn ervaring vinden veel ouders dit ontzettend moeilijk. Je wilt niet weggezet worden als zeikouder, je gelooft dat “de school wel goed zal weten wat ze doen”, je wilt geen confrontatie en je wilt niet dat je kind “de dupe” wordt als je je mond open trekt.
Je wilt geen zeikouder zijn. Natuurlijk moet je een balans zoeken en afwegen: pick your battles. Maar uiteindelijk: wat is er belangrijker? De ontwikkeling en veiligheid van je kind of dat jij aardig gevonden wordt?
De school zal het wel beter weten. “De school” bestaat uit mensen. “Mensen” weten “het” niet beter. Sommige mensen hebben bepaalde kwaliteiten, maar het blijven mensen. Mensen maken fouten, zijn soms moe, weten niet alles, zijn onzeker: dat maakt ze niet slecht of incompetent, maar menselijk. In gesprek blijven met de school is daarom ontzettend belangrijk. Als je “een school” (lees: mensen) treft die niet goed met feedback om kan gaan, is dat heel naar. Het is nooit fijn om kritiek te moeten uiten. En het is nog rotter als daar vervolgens kwaad, gepikeerd of ronduit beledigend op wordt gereageerd. Maar jij weet als ouder vaak heel goed wat het beste is voor je kind. Vertrouw op je gevoel en eigen kennis en ga het gesprek aan, als iets je dwars zit.
Je wilt geen confrontatie. Valt een beetje in de categorie “zeikmoeder”. En confrontaties zijn rot. Maar ga even na: wat is het ergste dat kan gebeuren, als je het niet aankaart? Ben je bereid om die “worst case scenario” te laten uitkomen? Om daar verantwoordelijkheid voor te nemen? Met spijt te leven? Of pak je jezelf bij elkaar en kom je gewoon voor je kind op?
Mijn kind wordt dan “de dupe”. Wat ben je voor mens, als je een (klein) kind de schuld geeft van iets dat een ouder doet? Als een leerkracht zich anders gaat gedragen naar jouw kindje toe, omdat jij voor je kind opkwam, is er iets heel erg mis. Juist (of nog meer) reden om je mond open te trekken.
Opkomen voor je kind in het ziekenhuis of bij de dokter
Mondig zijn in het ziekenhuis: je moet er sterk voor in je schoenen staan. De meeste mensen denken dat de dokter het altijd beter weet. Hij of zij weet ook heel veel, dat is de bedoeling. Maar een arts, specialist, verpleegkundige of andere hulpverlener kent jouw kind niet beter dan jijzelf. Blijf goed naar je gevoel luisteren, blijf doorvragen, blijf kritische vragen stellen, blijf ook zelf nadenken en blijf voor je kind opkomen. Als je kindje ziek is, of zorg nodig heeft, ben je super kwetsbaar. Het laatste waar je energie voor hebt is een confrontatie. Maar er is bijna geen belangrijker moment om je mond open te trekken, dan in deze situatie(s).
Je mond opentrekken op clubjes
Een andere plek waar je kind iedere week veel tijd doorbrengt: op clubjes. In dit geval zal het meestal te maken hebben met veiligheid. Het enige wat ik daarover kan zeggen is: hoe verschrikkelijk is het als je niks hebt gezegd – terwijl je aanvoelde of zelfs zeker wist dat er iets mis was – en het gaat daadwerkelijk fout?
Er zijn uiteraard gradaties in “hoe fout” dingen kunnen gaan. Als je kind op paardrijden zit, is de kans heel groot dat hij/zij af en toe valt en misschien zelfs wel wat breekt. Niet leuk, maar “het hoort erbij”. Heb je gekozen voor hockey? Dat gaat ook ruim 6.000 keer per jaar mis. Je kiest dat risico, of niet. Ik heb het in deze context over (onnodige) risico’s die verminderd kunnen worden, ongelukken die voorkomen kunnen worden en situaties waarin kinderen in gevaar zijn, fysiek en emotioneel.
Opkomen voor je kind bij familie, vrienden en buren
Oef, dit is echt een lastige. Deze categorie staat namelijk het dichst bij je. Vrienden en familie emotioneel gezien en je buren letterlijk: ze wonen naast je! Je wilt de band goed houden met al deze mensen. Maar uiteindelijk weet je ook: je kinderen zijn het allerbelangrijkst. Met familie is het ingewikkeld, omdat je te maken hebt met oude patronen, verwachtingen en relaties die jaren terug gaan. Met vrienden is het confronterend, omdat het ouderschap je vriendschappen flink kan veranderen en je soms zelfs vrienden kwijt raakt. Met je buren wil je geen ordinair, reality TV-waardig gedonder. En omdat ze naast je wonen, heb je ook bijna dagelijks met ze te maken, waardoor soms “het maar laten” veiliger en gezonder is dan de strijd aan blijven gaan.
Je merkt al, er is geen kant & klaar antwoord voor deze categorie. Het is ontzettend ingewikkeld om je mond open te trekken. Maar probeer je prioriteiten altijd helder te houden (de veiligheid/gezondheid/de ontwikkeling/het geluk van je kinderen) en probeer daar op een respectvolle, rustige en beschaafde manier voor op te komen.
Mijn ervaring
Zoals ik in de inleiding al schreef, vind ik het super lastig om mijn mond open te trekken. Ik houd niet van confrontaties. Sterker nog, ik háát ze. Ik word er ontzettend moe van: ze trekken mij leeg en ik word er soms zelfs ziek van. Maar als het (de veiligheid van) mijn kinderen betreft, ga ik ze nooit uit de weg. Ik bespreek mijn zorgen altijd eerst met een paar mensen die ik vertrouw – als “check”. En daarna ga ik het gesprek aan. Ik probeer het altijd vriendelijk en beleefd te doen.
Ik heb mensen meegemaakt die heel “goed” reageerden. Zij zeiden bijvoorbeeld: “wat goed dat je het zegt” of “wat fijn dat je je zorgen uit”, gevolgd door een belofte om iets te verbeteren, ergens naar te kijken of het aan te pakken. Ik heb helaas ook mensen tegenover mij gehad die zich op hun tenen getrapt voelden, boos werden of ronduit beledigend reageerden. Ik heb ook wel eens meegemaakt dat iemand boos werd, mij wegzette als “zeikmoeder” en vervolgens toch dingen ging aanpassen naar aanleiding van mijn zorgen.
Frustrerend zijn dat soort ervaringen. Maar uiteindelijk denk ik “whatever, als er maar iets verandert.” Wel voel ik mij soms een beetje in de steek gelaten door andere ouders. Omdat veel ouders niet zo snel hun mond durven open te trekken. Daarom heb ik deze blog geschreven. Om die moeder of vader, die het lastig vind, de drempel over te helpen. Want ik weet zeker dat alle ouders het ermee eens zijn, dat voor je kind opkomen heel belangrijk is.