Mijn vader en ik hebben gisteren een Ikea kast in elkaar gezet samen. Eens in de zoveel tijd helpt hij mij met klusjes in huis en dat vind ik zo gezellig dat ik dit jaar voor mijn verjaardag vroeg: Pap, wil je een kledingkast met mij in elkaar zetten? Het stelde niet teleur. De kast staat, ik heb genoten en ben, behalve een jaartje ouder, ook weer een stukje wijzer geworden. Als je een millennial of xennial bent en wel eens met een boomer hebt geklust, dan heb je ze vast wel eens gehoord: de wijze kluslessen. Zinnetjes die de vorm van hoogste waarheid hebben bereikt, simpelweg door de kracht van herhaling. Zinnetjes als “Vast is vast” en “Laat het gereedschap het werk doen”. Maar wist je dat er hele waardevolle levenslessen verscholen gaan achter deze repetitieve klustaal? In deze blog open ik je wereld voor de hamertje-tik-psychologie, waardoor klussen (ja, zelfs Ikea gerelateerd klussen) een nieuwe betekenis voor je zal krijgen.
1.“Vast is vast”
Het wisselt vaak een beetje, welke kluswijsheid favoriet is op een specifieke klusdag. Ik hou wel van die variatie. Gisteren was het “vast is vast”. Iedere schroef (er zitten er een kleine 40 in mijn nieuwe kledingkast) kreeg deze wijsheid mee. Een schroef zit vast als hij vast zit en het heeft weinig zin om hem nog strakker te willen draaien. Sterker nog, dat legt alleen maar onnodig druk op het materiaal – waardoor er kans is op splijten – en op de schroef zelf – het zogenaamde “doordraai effect”.
Als we deze kluswijsheid vertalen naar een levensles kun je je het volgende voorstellen. Je collega heeft een fout gemaakt. Je wilt deze persoon wijzen op de betreffende onvolmaaktheid. Je denkt terug aan de positieve feedback cursus die jullie team 2 jaar geleden heeft gehad en formuleert een paar zinnen volgens de feedback regels, waarin duidelijk wordt waar je collega de mist in is gegaan, zonder dat je overkomt als een complete eikel. Je collega neemt de feedback goed op, want de cursus was een denderend succes en zegt “ik zal het aanpassen”. Super onbevredigend natuurlijk. Dus je gaat nog even door. Heeft hij de boodschap wel echt begrepen? Gaat hij de aanpassingen wel op de juiste manier doorvoeren? Heb je jezelf wel echt duidelijk gemaakt?
Je dramt (schroeft) nog even door en voor je het weet beginnen de eerste splijten te ontstaan in je even daarvoor zo kalme collega. Hoe langer je door emmert om je punt (over)duidelijk te maken, hoe meer scheuren er ontstaan in zijn waardigheid. En voor je het weet breekt hij en/of draai jij door. Kortom, weet wanneer je moet stoppen. Vast is vast.
2. “Laat het gereedschap het werk doen”
Buiten de hamertje-tik-psychologie vind je deze wijsheid ook in de zogenaamde keukentafel-psychologie: “Laat het mes het brood snijden” en “breng je lepel naar je mond, niet je mond naar je lepel”. Laat het gereedschap het werk doen. Een hamer is gemaakt om het ene materiaal in het andere materiaal te rammen, met minimal effort. Een schroevendraaier heeft hetzelfde doel, met draaien als variatie op rammen. Een boor en een zaag kunnen heel efficiënt respectievelijk gaten maken of materiaal splitsen zonder onnodige schade. Dit bereiken zonder het betreffende gereedschap kan in theorie, maar is een (heel) stuk moeilijker.
De vraag die je jezelf dus moet stellen is: waarom zou je? Als iets of iemand een klus of taak veel efficiënter, beter, gemakkelijker, sneller, doelgerichter, veiliger, succesvoller en goedkoper kan uitvoeren dan wanneer je zelf gaat lopen klungelen, waarom zou je het dan niet delegeren? Oftewel, waarom laat je het gereedschap het werk niet doen? Veelvoorkomende redenen zijn: koppigheid, onwetendheid, ongeduld en geldgebrek. In de eerste drie gevallen raad ik je aan om van koers te veranderen en het juiste gereedschap (juiste persoon, bedrijf, instantie) op de klus te zetten. In het laatste geval kun je een beroep doen op de kracht van gemeenschap. De 1,3 keer per 37 jaar dat ik een slijptol nodig heb, leen ik deze van mijn buurman. Mocht hij een keer een hooimadam willen lenen, kan hij bij mij aanbellen.
Loop je tegen iets aan in je dagelijks leven waarvoor je niet de juiste tools hebt om het op te lossen, kijk dan in je omgeving en vraag om hulp. Ken en deel ook je eigen kwaliteiten en middelen, zodat je anderen weer tot hulp kan zijn in hun tijd van nood.
3. “Als je het moet forceren, stop!”
Met beleeeeeeeeeeid. Ik hoor deze zin al zo’n kleine 37 jaar, dus hij bevat meer waarheid dan een pedante klimaatcrisisontkenner. Iets met beleid doen, betekent dat je het voorzichtig doet, dat je het met geduld doet en dat je het niet forceert. Een variatie hierop (deze was favoriet tijdens onze vorige klusmiddag: nl het uit elkaar halen en in elkaar zetten van het stapelbed) is: “als het niet gemakkelijk gaat, moet je ermee stoppen”.
Daar lijkt sprake te zijn van enige discrepantie tussen de kluswaarheid en de dagelijkse realiteit. We worden namelijk vaak juist aangemoedigd om “door te zetten” en “door de weerstand heen te werken”. The struggle makes you stronger. En het resultaat is alleen maar mooier als je er keihard voor hebt moeten werken. Ik heb mijn ouders ook altijd heel hard zien werken, ook en juist als het moeilijk was. Dus hoe kan deze klusterm nou relevant zijn voor onze daily grind? De cognitieve dissonantie eindigt als we de kluswaarheid nader bekijken. Het is namelijk heel simpel.
“Stop”, betekent niet “leg je werk neer, verlaat het en geef het op”, maar “neem even een kleine pauze” oftewel: stop even. Neem de situatie in je op, kijk waarom het niet soepel gaat en pas je aanpak daar op aan. Bij klussen is dit essentieel. Natuurlijk moet je tijdens het boren nog steeds je eigen kracht gebruiken, anders krijg je het gat nooit passend bij je plug. Maar als je het materiaal of je gereedschap forceert, eindig je met een nodeloos groot, verpulverend gat en een oververhitte, botte boor. Misschien is dit stukje muur niet geschikt om in te boren, vanwege een leiding – en moet je even 10 centimeter verplaatsen. Of misschien heb je een ander boortje of een andere boorstand nodig of werk je boven je macht (zie hieronder).
Als je in je werk, je relatie of dagelijks leven tegen weerstand aanloopt en het gevoel hebt dat je de situatie, jezelf of ander moet forceren, stop dan even. Neem wat (emotionele) afstand, lokaliseer de blokkade en zoek een oplossing.
Lees ook: Een zetje, voor de laatste winterweken
4. “Niet boven je macht werken”
Ook hier lijkt er sprake te zijn van enige contradictie tussen klus- en dagelijks leven. We worden meerdere keren per dag gevraagd om boven onze macht te werken. Als die deadline af moet terwijl je nog 6 andere prio’s hebt te volbrengen. Als je peuter de boterham in 14 gelijke stukjes geknipt wil, met pindakaas, in plaats van de hummus die je erop hebt gesmeerd. Als je na een lange dag met werk, kinderen en het huishouden eigenlijk ook nog wil sporten, een zinvol gesprek met je partner wil voeren, die vriendin wil terug appen, dat boek wil uitlezen ENOPTIJDNAARBEDWIL. Maar bij nadere inspectie betreft het een kwestie van perspectief en klopt ook deze kluswaarheid als een Bosch klopboor: betrouwbaar, effectief en decennialang bruikbaar.
Als je tijdens het klussen boven je macht werkt, wordt de klus een stuk zwaarder. Denk aan een gat boren in een muur, zonder de juiste ladder. Omdat je je armen onnatuurlijk hoog houdt, kost het veel meer kracht om te boren. Ook wordt het een stuk moeilijker om recht te boren. Dat probleem wordt direct verholpen als je met behulp van een ladder, kruk of stoel op de juiste hoogte komt.
Wanneer je in het dagelijks leven in een gevalletje van “boven je macht” terecht bent gekomen, is dit dus geen teken dat je het niet aan kunt, of dat het buiten je bereik is. Het betekent alleen dat je het juiste hulpmiddel mist om het doel binnen je bereik te brengen. Je mist je ladder. Vraag je de volgende keer als je omkomt in een klus of werk, een hulpvraag van je kroost/lief/de samenleving af: “waar is mijn ladder?” Soms is je ladder “meer tijd” (om een deadline te halen) of “tot 10 tellen in een afgesloten ruimte” (als je kleuter regenton water heeft gedronken terwijl je stond te koken). De situatie wordt minder zwaar en het doel bereikbaarder wanneer je op de juiste hoogte bent aanbeland.
5. “De handleiding klopt altijd (behalve als ik dit al een keer heb gedaan en weet dat het niet klopt)”
Een Ikea kast in elkaar zetten verloopt min of meer in dezelfde fases als “the 5 stages of grief”: denial, anger, bargaining, depression, acceptance. Je begint met de ontkenning: “De handleiding klopt gewoon echt niet!”. Daarna komt de boosheid: “KONJO!”. Gevolgd door de onderhandelfase: “Ja maar ik heb het nu echt gewoon gedaan zoals het er staat, dan moet het toch kloppen?” Waarna je onvermijdelijk terecht komt in de depressie: “Ik kan dit gewoon niet.” Met uiteindelijk de acceptatie als de kast staat: “O ja, de handleiding klopte wel precies”.
Want die handleiding, die klopt altijd, volgers de klussende boomer. Behalve als hij gedurende de gepasseerde generatiekloof ervaringen heeft opgedaan die het tegendeel bewijzen. Dan zijn bepaalde stappen A) te omzeilen, B) onnodig of C) gewoon klinkklare onzin.
Deze kluswaarheid vertalen naar levenswijsheid is heel eenvoudig. Listen to your elders. In het beste geval hebben ze gelijk en bespaar je jezelf de moeite/ellende van het doorstaan van onnodig handelen/lijden. In het onfortuinlijke (en hoogst ongebruikelijke) geval dat je vader toch geen gelijk heeft, kun je dat altijd op respectvolle wijze kenbaar maken. Uiteraard zonder in de valkuil van kluswaarheid 1 te vallen…