Met enige regelmaat schrijf ik voor VRIJ magazine. Het weekend magazine van 12 regionale dagbladen, waaronder het Haarlems dagblad, Leidsch Dagblad, de IJmuider Courant, De Gooi- en Eemlander en Noordhollands Dagblad. Vorige maand schreef ik een artikel over schermarm opvoeden. Hoe en waarom ik dat al jaren doe met mijn kinderen en welke voordelen ik zie. Ik interviewde ook Dr. Helen Vossen, onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht, voor dit artikel. Het verscheen 26 oktober 2024 in het weekendmagazine, met een mooie foto rapportage. In deze blog deel ik de volledige tekst, zodat ook iedereen die niet in een van deze gemeenten woont kan meelezen. Schermgebruik en schermverslaving zijn een groot thema voor veel ouders, opvoeders en scholen. Ik hoop dat dit artikel je inspireert om er weer vanuit een nieuw perspectief naar te kijken!
Het sloop erin tijdens mijn tweede zwangerschap. Ik was moe en misselijk en probeerde alle ballen in de lucht te houden met mijn peuter, mijn werk, het huishouden, een huwelijk, zo nu en dan vrienden en familie. Hobby’s kwamen niet eens voor in dat rijtje. Voor ik het wist, zette ik iedere dag een filmpje aan voor mijn 2,5 jarige peuter. Het gaf mij even respijt, in de vroege ochtend of aan het einde van de dag. Ondanks alles wat ik had gelezen tijdens mijn eerste zwangerschap, wat ik mij had voorgenomen en hoe ik mijn dochter tot dan toe schermvrij had opgevoed, kroop het ons dagelijks bestaan binnen. Want ik was zo moe. En misselijk. En overprikkeld. Een filmpje leek de makkelijkste oplossing. Maar dat was het niet. Het was geen oplossing. Het creëerde zelfs nieuwe problemen.
Ja, natuurlijk kreeg ik even een half uur of een uur voor mezelf als ze achter dat scherm zat. Om mijn enorme buik uit bed te hijsen, een douche te nemen, te ontbijten, dat ontbijt weer uit te spugen en met een gepoetste glimlach op mijn gezicht klaar te staan voor een nieuwe dag spelen met mijn peuter, deadlines halen en het huis een beetje schoon houden. Maar ik kreeg er ook een chagrijnig kind voor terug. Als het filmpje uit moest was ze verdrietig, kon ze moeilijk opstarten en lastiger in haar spel komen. Aan haar gedrag en die glazige oogjes, waar geen ziel achter leek te zitten, kon ik zien: dit is niet oké. Ik wilde mijn kind terug en besloot, dit moet en kan anders. En zo geschiedde. Ik ging schermarm opvoeden.
Ook na de geboorte van mijn tweede dochter, gedurende de kraamtijd, tijdens de borstvoeding, het kolven, het werken en het huishouden. En ook later: tijdens de COVID lockdowns, het thuisonderwijs en de scheiding: de zwaarste periode in mijn leven. Opvoeden zonder schermpjes. Inmiddels is die kleine erwt uit mijn buik en uitgegroeid tot een heel lief, gezond en vrolijk 6 jarig meisje en markeert dat meteen 6,5 jaar schermarm opvoeden. Ik kan me, net als alle ouders, wel eens onzeker voelen over mijn opvoedingstactieken, pedagogische tekortkomingen en gezinstaferelen. Maar deze keuze, om tegen de stroom van televisies, games, iPads, smartphones en andere schermpjes in te gaan, voelt als een hele goede. Niet alleen mijn kroost, maar ook ik pluk er iedere dag de vruchten van.
Waarom scherm arm opvoeden?
Dr. Helen Vossen, onderzoeker en docent aan de Universiteit Utrecht ziet een zorgelijke trend: “Wat we zien is dat het schermgebruik toeneemt, zeker onder jonge kinderen, in Nederland en België. In de coronatijd werd het steeds meer en deze trend zet zich voort. Het aanbod wordt ook steeds groter en mediaproducenten zetten hier op in. De fysieke gevolgen voor kinderen zijn vrij duidelijk: slechtere ogen, bijziendheid, nek- en rugklachten, minder bewegen en meer overgewicht. En doordat alles steeds sneller gaat – korte fimpjes, snelle shots, weinig opbouw – gaat het arousal niveau omhoog en de aandachtspanne omlaag.”
Ik keek laatst een film uit mijn jeugd terug: “The Sound of Music”. Het intro duurde al zes keer zo lang als het gemiddelde filmpje dat kinderen tegenwoordig kijken! Tegen de tijd dat Maria eindelijk op die berg staat te dansen is het Netflix/TikTok brein al tien keer afgehaakt. En hoewel de mentaal-emotionele gevolgen van ons huidige schermgebruik lastiger eenduidig vast te stellen zijn, laten de meeste onderzoeken zien dat concentratiestoornissen, obesitas en diverse sociale-, school en leerproblemen wel degelijk op het menu staan. Met in de meest extreme gevallen scherm (game/social media)verslaving en schermtijd als vorm van verwaarlozing (de tv die urenlang oppast).
Die onderzoeken zijn onmisbaar als het gaat om het geven van richtlijnen aan ouders en het opstellen van overheidsbeleid, bijvoorbeeld voor onderwijs, gezondheidszorg en reclame en social media-wetgeving. Vossen en haar collega’s van de UU dragen hieraan bij door middel van het Digital Family Project. Een onderzoeksproject waarbij de focus ligt op het inzicht krijgen in de rol van het gezin en ouders bij het ontwikkelen van problematisch scherm- en social media gebruik. “Voor social media verslaving is nog geen officiële diagnose, zoals je dit bij gameverslaving wel hebt. Maar je ziet wel verslavingsgedrag bij kinderen en jongeren: ze denken er de hele tijd aan, hebben geen controle over hun gedrag, worden onrustig of boos als ze niet op hun social media en scherm kunnen, hebben afkickverschijnselen zoals woede en stress, krijgen conflicten online en thuis en vluchten naar de realiteit achter hun schermpje. We willen ouders handvatten geven, zodat ze weten hoe ze duidelijke grenzen en een gezond voorbeeld kunnen geven. Ouders willen weten: wat werkt er nou?”
Behoefte aan duidelijke richtlijnen
Als ik de ouders om mij heen spreek, hoor ik een enorme behoefte aan dergelijke richtlijnen. Voor mij is nu simpel: ik voed schermarm op, want als mijn kind achter een schermpje zit, doet het dat en niet iets anders. Iets wat veel leuker, gezonder, socialer, leerzamer en interactiever is. Ik denk hierbij aan dingen als: knutselen of schilderen met mij, “puppy hondje spelen” met haar zus, een bordspelletje of memory aan tafel, buiten spelen of naar het bos gaan, nog meer buiten spelen, zelfstandig spel laten ontstaan vanuit fantasie, weven, borduren, timmeren of een andere creatieve activiteit, mij helpen in het huishouden of met bakken en koken, voorlezen en lezen, naar musea gaan, spelen met vriendinnetjes en nog tal van andere dingen. Onze dagen zitten altijd vol met dit soort activiteiten, deels ook door de milieubewuste keuzes die we maken vanuit groen ouderschap. Er blijft niet echt tijd over voor schermpjes. Ik grijp eigenlijk alleen naar een filmpje waar mijn eigen kennis en kunde tekort schiet: bijvoorbeeld als ze iets willen weten over natuurkunde, scheikunde of een zestien keer schuin doorgehaakte brei-steek. Dan denk ik: “er is online vast iemand die dat geduldig en correct kan uitleggen”.
De ontwikkeling van de fantasie
Een andere belangrijke reden waarom ik scherm arm opvoed, is vanwege de ontwikkeling van de fantasie. We hebben vanaf mijn zwangerschap van onze oudste dochter (nu 9 jaar) geïnvesteerd in speelgoed met een open einde. Speelgoed en activiteiten die de fantasie stimuleren en een beroep doen op het beeldende en scheppende vermogen van kinderen (en hun verzorgers). Schermpjes bieden passieve, kant en klare beelden. Verhalen, kunstzinnige activiteiten, bewegingsactiviteiten en speelgoed met een open einde geven een kind de mogelijkheid om actieve beelden te scheppen, om zelf creatief te denken en handelen en eigen gevoelens te ervaren, projecteren en ontdekken.
Dat creatieve en scheppende vermogen is zo belangrijk voor het levensgeluk van een kind. Niet alleen nu, maar zeker ook later. Als je deurtjes kunt openen in je fantasie en denken, voel je je als volwassene een stuk vrijer in je werk, je relaties, je dagelijks leven en in de opvoeding van je kinderen.
Schermen zijn niet slecht: je kunt er goede dingen en slechte dingen van leren
Vossen benadrukt dat schermen van zichzelf niet slecht zijn. “Je kunt leren van media: goede dingen en slechte dingen. Tot 2 jaar hebben schermen geen toegevoegde waarde in het leven van kinderen. Daarna zijn diverse aspecten van invloed op de potentiële meerwaarde. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de content geschikt is voor de leeftijd van het kind. Dat je samen met je kind consumeert: samen naar een video, een film, een tv- of lesprogramma kijkt. Ook moet het in balans zijn met andere activiteiten: kan het kind zich nog zonder scherm vermaken? Speelt het ook genoeg buiten en met andere kinderen? Doet het ook aan sport en creatieve hobby’s? En zijn deze activiteiten ook echt scherm vrij? Zijn de volwassenen, die hierbij aanwezig zijn schermvrij? Ook is het van belang dat de educatieve digitale programma’s zijn gemaakt in samenwerking met pedagogen. Veel programma’s die zogenaamd educatief zijn, gaan veel te snel, waardoor kinderen de informatie helemaal niet kunnen opnemen. En hoe wordt het scherm ingezet? Als emotieregulatie of beloning, omdat het anders boos wordt of zich gaat vervelen? Schermen moeten niet vervangend, maar aanvullend zijn in de opvoeding en het onderwijs van kinderen – bijvoorbeeld als het gaat om het aanleren van sociaal gedrag, letters en cijfers en het bestrijden van een taalachterstand.”
“De les kon niet doorgaan, want het digibord was stuk”
Ik kan mij veel situaties en gezinnen voorstellen – bijvoorbeeld waar thuis een andere taal wordt gesproken of waar de ouders weinig tijd of mentaal-emotionele capaciteit hebben om hun kinderen (tijdelijk) voldoende te ondersteunen in hun ontwikkeling – waarbij les- en televisieprogramma’s kunnen helpen. Maar in veel gevallen vind ik het niks minder dan pure armoede:
In gesprek met een meisje van 11, toen ik vroeg hoe haar schooldag was: “De les kon niet doorgaan, want het digibord was stuk, dus we moesten naar buiten”. Ik viel nog net niet achterover van verbazing. “Wat lekker, extra buitenspeeltijd! Maar kon de juf dan niet zelf iets vertellen over het onderwerp?” Ze keek me net zo verbaasd aan. Nee. Zonder digibord was het onmogelijk om les te geven. Logisch toch?
Een meisje van 8 kwam bij ons eten. De kinderen zeiden hun eet-spreuk, die ze op school leren, voor de maaltijd op. Het meisje zat met grote ogen te kijken, dus ik vroeg of ze ook iets wilde zeggen of zingen. “Ik weet het niet” zei ze. Dus ik vroeg: “Hoe weet je op school bijvoorbeeld dat het tijd is om te eten?”. Met verbaasde stem zei ze “gewoon, want dan gaat het filmpje aan.”
De rol van het onderwijs
De rol die het onderwijs speelt in deze ontwikkeling staat ook nog in haar kinderschoenen, stelt Vossen. “Veel scholen gebruiken digitale lesprogramma’s. Scholen zijn vrij te bepalen hoeveel scherm onderwijs te bieden en de intensiteit wisselt per school en leeftijdsgroepen binnen scholen. Tijdens corona is er een toename geweest van digitaal onderwijs en producenten zijn zonder aarzelen in dit financiële gat in de markt gesprongen. Ouders gaan ook steeds vaker voor digitale methodes waar hun kinderen thuis extra kunnen leren. Veel van dit soort methodes zijn gericht op tijd – zo snel mogelijk het juiste antwoord geven-, wat stress kan veroorzaken bij kinderen. Er is te weinig overzicht vanuit de overheid en te weinig toezicht op de kwaliteit van lesprogramma’s. In combinatie met de toenemende werkdruk van leerkrachten brengt dit veel potentiële problemen met zich mee. Want hoe goed wordt een leerling nog gezien, als een AI zijn ontwikkeling in de gaten houdt, in plaats van een echte docent?”
Echte concrete richtlijnen ontbreken nog
Zowel voor thuis als in het onderwijs ontbreken actieve richtlijnen. Daarom is onderzoek zo ontzettend belangrijk. “De aangekondigde bezuinigingen vanuit de overheid op onderwijs en onderzoek zijn daarom funest. De overheid zou een veel actievere rol moeten en kunnen spelen als het gaat om scherm- en social media verslaving. Het beleid dat er is, is te vrijblijvend, niet transparant en gaat niet diep genoeg. Voor De Grote Bozen, zoals kinderporno en aanstootgevende content is beleid – wat immens belangrijk is! – maar voor ingewikkelde en ontzettend rap groeiende aspecten van online gedrag, zoals de verslavende elementen, nog niet. De snelle ontwikkelingen en het verdienmodel werken dit in de hand. Sociale media verkoopt “aandacht” – hoe langer je blijft hangen in een app, hoe meer reclame je ziet, hoe meer bedrijven daarvoor zullen betalen.
Werken regels eigenlijk wel?
Als het voor de professionals al zo ingewikkeld is – het compleet losgeslagen digitale monster – hoe moeten drukke ouders, die alle dagelijkse ballen in de lucht proberen te houden dan nog weten wat ze moeten doen en welke risico’s ze in de gaten moeten houden? Vossen: “Het is bijna dweilen met de kraan open. Maar uit onderzoek blijkt dat je als ouders niet compleet machteloos staat. Het samen opstellen van duidelijke regels helpt wel degelijk. Het stellen van regels is bijvoorbeeld: hoe lang mag je je telefoon gebruiken, welke apps mag je gebruiken, mag je telefoon aan tafel en mee naar de slaapkamer. Zo help je kinderen controle te ontwikkelen en het gebruik te reguleren. Maar let op, dit deze manier van media opvoeding tegen verslaving werkt maar tot 12,5 jaar. Daarna hebben jongeren over het algemeen.. tja.. lak aan regels. En na hun 16e werken strenge regels stellen en handhaven zelfs averechts.”
Wat moet je dan? Het maar volledig laten gaan in de puberteit? “Nee.” Vossen: “Je moet op tijd beginnen met het stellen van de regels (dus voor het 12e levensjaar). Dan staan ze er nog open voor en kunnen ze de grenzen internaliseren. Daarom is het ook goed om in die tijd een smart phone met de bijbehorende gesprekken over risico’s, regels en beperkingen te introduceren. Na hun 12e is vooral de band die je met je kind hebt van bepalende invloed: het praten met en luisteren naar je tiener over social media en het schermgebruik. ‘Wat kijk je? Wat doet het met je? Ik zie dat dit je stress geeft/onzeker maakt. Hoe zouden we dit samen kunnen veranderen?’ De relatie met je kind is belangrijk: dat het de ruimte en het vertrouwen voelt om naar je toe te komen als er iets naars gebeurt online.”
Hoe doe ik dat, scherm arm opvoeden?
Ik voed scherm-arm op, dus niet scherm vrij. Hoewel ik net als veel mensen wel eens fantaseer over ergens off the grid wonen, met een moestuin en een houten wasrek, in een linnen jurk rondfladderend, terwijl ik appeltaarten en zuurdesem brood bak en mijn kinderen de hele dag door het bos banjeren en mijn partner als een soort Aiden uit Sex and the City houten meubels voor ons in elkaar timmert, ben ik in de realiteit een alleenstaande moeder in de randstad. En hoewel ik veel keuzes maak die buiten “de standaard” vallen, zoals veganistisch eten, auto-vrij leven en vrije school onderwijs, geniet ik enorm van ons leven in de stad. En ik wil mijn kinderen niet afschermen van de negatieve aspecten ervan, maar ze juist leren omgaan ermee. Dat ze zichzelf leren kennen, van zichzelf houden, zich staande weten te houden en de verbinding kunnen blijven aangaan met de wereld om hen heen. Ze leren omgaan met schermpjes – inclusief het verslavende element ervan – is daar onderdeel van.
In de praktijk betekent dit dat ze twee keer in de week “filmpjesavond” hebben. De rest van de week zijn ze scherm vrij. Geen games, geen mobiele telefoon en – omdat ze 6 en 9 zijn – nog geen social media en tijd op de computer. Hun onderwijs is ook scherm vrij – een van de belangrijke redenen waarom we voor Vrije School onderwijs hebben gekozen jaren geleden.
Tijdens “spitsuur” zijn de meiden aan het knutselen, lezen, spelen of helpen. Hoe kan dat?
Hoe zorg je er nou voor dat ze met speelgoed gaan spelen of gaan knutselen in plaats van om een scherm vragen? Dat is een proces. Idealiter begint dat proces op jonge leeftijd, maar je kunt anytime instappen. De stappen hierin zijn: voorspelen, samen spelen, uitnodigen tot spelen en tot slot, alleen spelen. Dus eerst laat je zien hoe je ergens mee speelt. Afhankelijk van de leeftijd is dat bijvoorbeeld een blokkentoren bouwen, een (steeds moeilijker) knutsel- of bouwwerk maken, een boek voorlezen. Daarna ga je samen met je kind spelen. Jullie bouwen samen een mooie dierentuin of een ingewikkeld model van een vliegtuig en je speelt actief mee of je leest samen op de bank. Later bouw je bijvoorbeeld een Invitation to Play: je zet een bouwwerk, spel, boek of activiteit aantrekkelijk klaar, waarmee je je kind uitnodigt om zelf te spelen. Uiteindelijk heeft je kind zoveel voorbeelden, ervaringen en fantasie dat het zelfstandig kan spelen. Misschien soms met een suggestie of wat hulp, maar in principe is het dan in staat tot zelfstandig spel. Dat betekent niet dat je nooit meer met je kind mag spelen of dat het nooit meer roept “Ik verveel me” (super gezond trouwens, je soms vervelen), maar het betekent wel dat je kunt koken, afwassen, reizen met de trein en zelfs een boek kan lezen zonder dat je kind aan een scherm vast geplakt zit.
Een fijne speelruimte
Een fijne speelruimte voor je kinderen, helpt enorm. Ik vind het onwijs leuk om speelruimtes in te richten, dus ik heb een hele klimmuur gebouwd met boulders, een klimrek, een knutseltafel, een boekenkast, een bouwhoek en een speelkeukentje. Maar dat hoeft natuurlijk niet – het kan ook een klein speelhoekje en een knutselhoekje of een aparte speelkamer zijn – als het maar een plek is waar je kinderen zich fijn en veilig voelen.. Onze speelkamer is steeds in verandering en groeit mee met de kinderen: met hun leeftijd, hun interesses, hun behoeften – en die van mij. Ik zorg er bijvoorbeeld voor dat er ook ruimte blijft voor mijn boeken, mijn yogamat en mijn verzameling kringloopvondsten. Mijn speelgoed als het ware.
Voorleven en Parental Phubbing
Ik heb hem bijna tot het einde bewaard, maar dit artikel zou niet compleet zijn als ik deze confrontatie uit de weg zou gaan. Hoe verslaafd ben jij eigenlijk? Kinderen leven ons na. Ze doen ons na. Dus hoe meer wij op onze schermpjes zitten, hoe meer ze dat normaal zullen vinden. Maar ook: wat doet het met kinderen, als we voortdurend op onze schermen zitten, terwijl we eigenlijk met het kind bezig zouden moeten zijn? Parental phubbing, oftewel het negeren van je kind omdat je afgeleid wordt door een scherm, is een groeiend probleem.
Vossen: “Niet alleen het schermgebruik van kinderen, maar ook van volwassenen is toegenomen en helemaal vergroeid met ons dagelijks leven. Je werk, sociale contacten, afspraken, de afspraken voor je kinderen, de school- en opvang apps: alles zit in je smartphone. Wanneer je continue op je telefoon zit waar je kind bij is, geef je niet alleen een verslavend voorbeeld, je geeft ook als signaal af: “ik heb niet de volle aandacht voor jou” en “mijn scherm is belangrijker dan jij bent”. Die compleet schermvrije momenten, dat je je volledige aandacht voor je kind hebt, zijn ontzettend belangrijk in de mediaopvoeding.”
Analoog pedagoog
Voor mijn werk heb ik veel schermtijd. Ik voel gedurende mijn werkdag mijn energie mee leeglopen met de batterij van mijn telefoon. Het zijn energy suckers, die schermpjes. Ik probeer zo min mogelijk op dat ding te zitten als mijn dochters erbij zijn. Best een uitdaging, aangezien je telefoon ook je muziek, je camera, je navigator, nieuwsbron, boodschappenkarretje, etc is. Maar een hele simpele manier om scherm arm voor te leven is door een boek te pakken in plaats van een scherm. Als ik weinig rust of concentratie voel voor een boek, pak ik een dichtbundel of een tijdschrift. Ook zet ik steeds vaker een LP of Classic FM aan in plaats van Spotify, draag ik weer een horloge en werk ik weer met fysieke (boodschappen)lijstjes. Je kunt op veel meer manieren ont-smartphonen. Bijvoorbeeld door weer analoog foto’s te gaan maken, apps te verwijderen van je telefoon of desnoods weer een vaste telefoonlijn te nemen. En zet je telefoon en alle meldingen op stil.
(On)zichtbaarheid
We hebben geen tv in huis. Op filmpjes avond kijken de meiden Netflix op mijn laptop. Die laptop is de rest van de tijd dat ze thuis zijn opgeborgen. Dus behalve de telefoon, zien ze geen schermen. In veel huizen neemt het TV scherm een prominente plek in, in de woonkamer. Onze bank kijkt uit op de speelplekken, boekenkasten en tuin, in plaats van een tv. We worden dus niet voortdurend herinnerd aan die wereld achter het scherm, maar wel de speelwereld erbuiten.
Tips voor minder schermtijd
- Stel vaste filmpjes avonden in en vaste tijden in die bij jullie passen. Dit geeft duidelijkheid, houvast en rust, voor iedereen.
- Onthaast. Sta een week lang stil bij de momenten waarop je aan het haasten bent met je kinderen. Bijvoorbeeld snel met de auto ergens heen. Snel op de fiets ergens heen. Snel weg komen. Snel weg uit de speeltuin. Snel boodschappen doen. Snel… vul maar in. Wat zou er gebeuren als de je dingen langzamer doet? Juist. Onder andere minder tijd voor schermpjes.
- Sta stil bij de “daar heb ik geen tijd voor” vooroordelen. Bijvoorbeeld, geen tijd om zelf dingen te bakken, geen tijd om het huis schoon te maken, geen tijd om… vul maar in. Door deze dingen samen met je kinderen te doen, creëer je tijd: ze leren er onwijs veel van en voilà: nog minder tijd voor schermpjes!
- Zoek alternatieven voor oude scherm-momenten. Een bekende voor veel ouders is waarschijnlijk koken. Het is 5 uur, iedereen is moe, vliegt elkaar in de haren en jij moet nog een gezonde maaltijd in elkaar flansen. Dan maar schermpje aan. Misschien denk je in het begin: ONMOGELIJK. Maar probeer het eens. Zet ze aan tafel met klei, een mandala kleurplaat, lijm, schaar en stapel papier, een puzzel. Geef ze even de tijd om hun draai te vinden in dit nieuwe ritueel. Soms hebben kinderen even een minuut of 5 a 10 nodig om in hun spel te komen. Geef niet zomaar op.
- En zet (in het begin) een luisterboekje aan in plaats van een filmpje
- Het zal misschien even wennen zijn. Wellicht is het nodig om de schermtijd eerst af te bouwen, bijvoorbeeld eerst naar een half uur per dag en dan naar een aantal scherm-vrije dagen per week. Ook kan ik mij voorstellen dat het afbouwen gepaard gaat met een gesprek met je kind. Je kunt uitleggen dat teveel filmpjes kijken niet goed is voor hun hoofdje. Net als dat je uitlegt dat teveel snoepjes niet goed zijn voor hun buikje. Is niet zo ingewikkeld.
De droom is werkelijk
Iedere avond als mijn jongste slaapt, gaan mijn oudste dochter en ik nog even een uurtje samen lezen. Hoe meer zij mij zag lezen, hoe normaler het ook voor haar werd om een boek of tijdschrift te pakken als ze even niet wist wat ze moet doen. En trust me, dit is iets waar je in wilt investeren. Ze heeft nu de leeftijd bereikt dat we lekker samen in een cafeetje of op de bank kunnen zitten met chocolaatjes & thee en een boekje kunnen lezen en kletsen. We praten over wat we lezen, hoe onze dag was, waar we over nadenken, hoe we ons voelen, plannetjes die we hebben… De droom! Zo gezellig en knus. Maar ook hoop ik dat deze momenten en gesprekken een veilige basis leggen voor de gesprekken, moeilijkheden, uitdagingen en ontwikkelingen van de tienerjaren die voor ons liggen.
Dit artikel verscheen (in verkorte versie) op 26 oktober 2024 in vrij magazine, van Mediahuis. Fotograaf bij het artikel: Rob van Dullemen. Meer artikelen lezen die ik schreef voor vrij magazine?
Iedere klim een overwinning – de kracht van boulderen
(Waarom) met kinderen naar het museum – interview met Erik Scherder