Volgens de oude Kelten worden sommige karaktereigenschappen bepaald door de boom die heerst in de periode waarin je bent geboren. Jouw geboorteboom, die ook wel je levensboom of geluksboom wordt genoemd, is vastgelegd in de Keltische boomkalender van Trees for All. In de boomkalender kun je zien welke eigenschappen je gemeen hebt met “jouw boom”. En welke wijsheid, steun en kracht je uit jouw geboorteboom kunt halen. Ik interviewde drie heel bijzondere mensen over hun geluksboom. Drie mensen die heel veel voor mij betekenen en op hun eigen manier een bijzondere band hebben met bomen. Benieuwd naar hun verhaal en “welke boom jij bent”? Lees dan gauw verder!
Welke boom ben jij?
Twee jaar geleden kreeg ik een berichtje van een vriendin met wie ik een verleden in een oud kroegje in Leiden deel. De strekking was: “Ik wil gaan cold dippen en jij bent de enige die ik ken die gek genoeg is om dit ook te willen”. Nee hoor, het was vast een hele lieve uitnodiging, maar je moet er inderdaad wel een klein beetje maf voor zijn, iedere week een ijskoud meer in stappen, ook met -5 graden, ook met regen en wind en in het donker. Maar ook: met prachtige zonsopgang, mystieke mist, zalige stilte en verstilling, de door de seizoenen heen veranderende bomen en… elkaar. In dit eerdere artikel heb ik geschreven wat cold dippen me brengt. En het was niet mogelijk geweest zonder Marieke. Dus toen ik ging nadenken wie ik wilde interviewen voor dit artikel was Marieke de eerste die in mij opkwam.

Een Keltische boomkalender. Dat is voor sommigen misschien net een beetje te zweverig. Hoezo, een boom die verbonden is aan mijn geboorte? Dat moet toch al even onwetenschappelijk en flimsy zijn als een horoscoop. Ik wilde heel graag iemand interviewen die misschien niet direct tot de doelgroep “Keltische Boomkalenders” behoort. Mijn vader, Aart, was de eerste die bij mij opkwam. Een gepassioneerde man met een groot hart, maar bij wie de ratio en het wetenschappelijk denken toch de voorkeur hebben in het dagelijks leven. Toen ik hem belde, was zijn antwoord dan ook: “Ik ben geen bomenknuffelaar. Maar, ik vind bomen wel heel belangrijk.” Perfect.
Tot slot wilde ik iemand interviewen die heel puur en intuïtief naar bomen kijkt. Nog niet teveel beïnvloed is door de onvermijdelijke gevolgen van de jaren van het leven. Een kind. Mijn kind. Isaya. Negen en een half jaar oud. Bomenklimster. Bomenliefhebber. En Vrije School bezoeker. Net als het gemiddelde Vrije Schoolkind kun je haar prima vragen stellen als “Als de juf een boom was, welke boom zou ze dan zijn? En hoe gaat dat samen met de andere boompjes in de klas?” zonder dat ze daar raar van opkijkt. Ze is op de hoogte van fotosynthese, weet dat de aarde opwarmt en dat bomen van levensbelang zijn. Maar ze beoordeelt een boom vooral op basis van één heel belangrijke vraag: kun je er goed in klimmen?

“Een hele andere manier van den zijn”
Zowel Marieke als Aart stuurden mij in aanloop naar het interview een foto van een plek waar “hun boom” stond. Op een prachtige dinsdagochtend begin maart – de zon kwam stralend op tussen de bomen, de vogels kondigden trots de lente aan en de krokussen piekten kleurrijk boven de halfbevroren restjes herfstbladeren uit – ontmoette ik Marieke voor een keer niet bij ons ijskoude meer, maar op Landgoed Oud Poelgeest, in Oegstgeest. Dit landgoed ligt om het prachtige Kasteel Oud Poelgeest heen en op steenworp afstand van de Klinkenbergerplas. Een van de vele plekken waar Trees for All de afgelopen 25 jaar inheemse bomen en struiken heeft geplant.
“Je bent dus een den” zei ik tegen Marieke. We stonden onder “haar den”. Een prachtige, grote boom met hoge, uitwaaiende takken, waardoor je eronder kunt staan. “Hij biedt heel veel beschutting. Zelfs nu de andere bomen kaal zijn. Omdat naaldbomen altijd groen zijn, geven ze het hele jaar door een bepaalde bescherming. En zeker deze, omdat hij zulke lange, overhangende takken heeft. Niet zo’n klein ielig Kerstboompje, maar…” Ze denkt even na en besluit dan met: “een hele andere manier van ‘den zijn’. Deze den zit niet zo strak in de vorm, maar loopt uit, waardoor je eronder en erin kan. Veel dennenbomen zijn heel gesloten, maar deze is heel open.”
Als den ben je praktisch, met ‘n goede balans tussen gevoel en verstand. Soms terughoudend, maar moedig en onbevangen.
Ik lees aan Marieke voor wat de Keltische boomkalender van Trees for All over haar boom zegt. “Wat komt er bij je op, als je dit hoort?”
“Ik had dit niet gelijk bij de den bedacht. Maar ik herken het deels wel. Ik ben heel zelfstandig en eigengereid. Ik heb het idee dat mijn verstand meer ontwikkeld is dan mijn gevoel, maar ik ben ook wel een mensenmens, dus er zit wel een redelijke balans in. En ja, ik ben wel onbevangen. Ik spring over sloten en denk ‘ik haal het wel’. Daar ga ik geen plan voor maken. Ik weet niet of dat moedig of stom is” zegt Marieke lachend. “Maar dat weten we daarna altijd. Ik ga er gewoon in en dan zie ik wel hoe het is. En dat werkt niet altijd handig, maar als ik teveel ga nadenken doe ik het niet meer.”

“Waar denk je aan terug als ik vraag naar een moedig moment in je leven?” vraag ik Marieke. “Toen ik alleen naar Israël ging. Ik was net 18. Ik had een 6 weken ticket, maar bleef uiteindelijk 6 maanden. Na een paar maanden was mijn geld op. Ik reisde alleen of met mensen die ik tegenkwam rond. Zo kwam ik in mijn eentje, liftend, aan in Tel Aviv, ‘s avonds laat, nog geen slaapplek geregeld, in het pre-mobiele telefoon tijdperk. Het had op zoveel momenten zo fout kunnen gaan. Maar als ik daaraan terugdenk zie ik iemand die vertrouwen had in dat de dingen goed zouden komen.”
Wat betekenen bomen voor jou?
“Bomen geven heel veel rust. Ze laten zien dat ieder zijn eigen vorm heeft. Dat als ergens een tak afbreekt, er ergens anders ook wel weer een tak verschijnt. Ze bestaan al zoveel langer dan dat ik in het leven sta. En gaan door allerlei moeilijkheden, als storm, droogte en geweld heen. En als ik dan bij een boom sta, zie en voel ik dat het allemaal gewoon doorgaat. De bladeren vallen er vanaf en ze komen weer terug. Toen ik een aantal jaar geleden, op een moeilijk moment in mijn leven, een bos instapte, gaf de beschutting van de bomen en de bladeren mij heel veel rust. Ik kom het bos altijd beter uit dan dat ik er in ga. Ik ben ook heel blij dat dit soort parken er zijn in de stad. Ik hoop dat we hier steeds meer ruimte voor weten te vinden, want het is zo ontzettend belangrijk. Ik zou heel graag meer groen om me heen willen hebben.”
Wat is je favoriete boom?
“Ik heb er twee. De eerste is de grote Berk die vroeger bij ons in de tuin van mijn ouderlijk huis stond. Daar klom ik heel veel in als kind. In een gezin met vier kinderen, was er altijd genoeg rumoer en ik trok mij graag terug in die Berk. Wel zichtbaar en met uitzicht of overzicht op het hele gebeuren, maar toch ook op afstand en een plek voor mezelf. Mijn huidige favoriete boom staat op een begraafplaats in Leiden.” Op begraafplaats Groenesteeg, waar onder andere Anna Cornelia van Gogh Carbentus, de moeder van Vincent van Gogh, ligt begraven, staat de dikste boom van Zuid Holland. Een prachtige Beuk, met een omtrek van 7,7 meter. Maar iets verderop, op dezelfde begraafplaats, staat nog een prachtige boom, met een enorme reikwijdte qua takken. “Er staat een bankje onder. In de zomer is er heel veel beschutting, maar ook nu hij kaal is, is deze oude reus prachtig: de takken, de kracht die hij uitstraalt.”
“Ik ben geen bomenknuffelaar”
Dat moge duidelijk zijn. Aart is geen bomenknuffelaar. “Ik praat ook niet met bomen. Ik bewonder ze wel. Zeker de wilgen. Die zijn prachtig.” De wilg is zijn geboorteboom. Bijzonder genoeg is het platteland, waar hij is geboren en opgegroeid, ook het eerste wat Aart te binnen schiet als hij aan Wilgen denkt. Zijn geboortegrond, Maasland, met de polders en de o zo karakteristieke knotwilgen langs de slootjes die door het Hollandse landschap manoeuvreren. In die weilanden, langs die slootjes, speelde Aart als kind urenlang. Slootje springen, vies worden ook al had je maar één goede broek, omringd door zorgeloosheid. “Aan de rand van het dorp stonden een aantal – in onze kinderogen – enorme treurwilgen. Ze stonden bij een graf – daar gingen we nooit op – maar we speelden cowboytje en Indiaantje in het plantsoen en klommen in de bomen. Dat beeld en die bomen, daar heb ik mooie herinneringen aan.”
Wilgen houden van de kleine dingen in ‘t leven en zijn creatief. Voelen zich overal op hun gemak, maar zijn ook graag thuis.
“Is dat een typering van mij?” lacht Aart met lichte ongeloof in zijn stem. Ik had geen andere reactie verwacht, maar ik weet na 38 jaar ook dat het een en ander uit de boomkalender wel aansluit bij de persoonlijkheid van mijn vader. Dus ik wacht geduldig. “Ja, het klopt wel” zegt hij als hij is uitgelachen. “Ik ben creatief. Heel onderzoekend, in die betekenis van het woord. Ik wil graag dingen ontdekken – dat hebben we ook ons hele leven gedaan, onder andere door op de Antillen te gaan wonen en daar een gezin te stichten. Maar ik vind het nu ook heerlijk om thuis te zijn. Ik kan heel goed dagenlang thuis zijn, in mijn werkkamer, schrijven, lezen, denken en daarvan genieten. Dus dat klopt wel… Maar of ik van de kleine dingen…”

Hij denkt even na. Ik weet wat hij gaat zeggen. Dat hij óók van luxe houdt, van lekkere restaurants, een mooi hotel, een goed glas wijn. “Ik hou ook wel van 5 sterren hotels en een groene Michelinster hoor” zegt hij lachend. “Maar ik kan ook heel tevreden zijn met hele gewone, dagelijkse dingen. Onze meubels zijn bijvoorbeeld veelal tweede- of derdehands. Ik kan beide heel erg waarderen: de grote en de kleine dingen.” Ik weet dat dit waar is. Een wandeling door de natuur met mijn vader is slechts een van de voorbeelden waaruit dat blijkt. De schoonheid die hij ziet in het alledaagse van de natuur, de seizoenen, of zoiets als de kleine, grappige, bijna mismaakte vormpjes van de verschillende knotwilgen langs de kant van het water. “Tel uw zegeningen. Tel ze één voor één.” Mijn oma is een tijd geleden overleden. Ik weet niet meer of ik het háár nog hoor zeggen, of dat het inmiddels de stem van mijn vader is, die zijn moeder zo nu en dan aanhaalt. Maar in ieder geval is het onderdeel geworden van de generationele grondtoon van ons bestaan. We tellen ze allen en vergeten er geen.
Wat betekenen bomen voor jou?
“In tegenstelling tot gebouwen – hoewel ik best van architectuur en mooie steden kan genieten – zijn bomen Leven. Frisse adem, een gevoel van vrijheid. Dit ook, zelfs dit park. Het had wat mij betreft het centrum van het dorp mogen zijn. En waar ook het gemeentehuis aan had mogen liggen”. We zitten in Park Houtkamp, in Leiderdorp, in de afgesloten Heemtuin. Een prachtig en waanzinnig goed onderhouden stukje inheemse natuur in wat vroeger platteland was. “Bomen zijn prachtig in ieder seizoen. En natuurlijk is het nu schitterend, de zon schijnt, het is maart, alles staat op het punt om te ontbotten. Dit is een enorme bron van leven. En als zodanig werkt het heel ontspannend en dat geeft ook weer energie. Zo eenvoudig ligt het, denk ik!”

Het staat buiten kijf dat Aart dit Hollandse landschap op waarde schat. Maar zijn favoriete boom staat aan de andere kant van de wereld. Ruim 20 jaar woonde hij op Curaçao, het eiland waar ik ben opgegroeid. We zijn regelmatig verhuisd op het eiland, maar mijn vader maakte bij ieder huis weer een prachtige, groene, Tropische tuin. Ik heb veel herinneringen aan mijn vader in de tuinen op Curacao. Na een lange werkdag stond hij de planten water te geven, de dag te verwerken en wij speelden om hem heen. Aart: “Ik kon enorm genieten van kokospalmen, toen we op Curaçao woonden. Ze zijn ontstellend hoog en heel erg mooi. Tegelijkertijd, als ze hun bladeren verliezen is het echt het symbool van sterfelijkheid, van dood gaan. Een dode boom heeft iets heel erg droevigs, als symbool voor de eindigheid van het leven, je eigen leven.
“Ik vind appels niet eens zo bijster lekker”
“Een zaadje stop je in de grond.
Nog wat verse aarde erbij.
Dan moet de mens zich er niet mee bemoeien.
Dan, na heel veel jaren, is de boom groot.
En zie ik in de lente roze bloesems.
En dan denk ik aan de appels
Die ik straks zie
En als die appels er zijn, dan pak ik de pitjes eruit.
En dat wordt dan ook weer een appelboom.”
Isaya van der Heide (8)
april, 2024
Dit gedichtje schreef Isaya (9) vorig jaar april. Ze tekende er een appelboom met rode appeltjes bij. Het ontroerde me, omdat het de cyclus van het leven zo eenvoudig en puur vastlegt. Ik moest dan ook ontzettend lachen toen Isaya in een iets minder filosofische bui was toen ik haar interviewde over “haar boom”. Bijzonder genoeg is haar geboorteboom een appelboom. Maar toen ik haar dat vertelde en vroeg wat er bij haar opkwam, zei ze broodnuchter: “Nou, ik vind appels niet eens zo bijster lekker. Ik had liever een kiwi plant gehad.”

Toch past de omschrijving, van de Keltische Boomkalender van Trees for All, heel goed bij mijn oudste dochter.
Ben je een appelboom, dan staan liefde en harmonie centraal in je leven. Je bent tolerant en een bemiddelaar.
Moeilijke woorden voor een kind van 9, dus we ontleedden het stukje samen. We zitten op de Burcht in Leiden. De Burcht is een soort enorme bloempot, bovenop een heuvel, waar een aantal prachtige, gigantische bomen uitsteken. Vanaf de Burcht heb je een waanzinnig uitzicht over het eindeloos mooie Leiden. We praten over de momenten dat ze optreedt als bemiddelaar op school en in de klas. En over hoe ze iedereen accepteert, zoals die is, ook al snapt ze het gedrag niet altijd helemaal. Van ieder kind in de klas kan ze vertellen wat hij of zij moeilijk vindt, hoe die reageert op nieuwe situaties of leerkrachen, welke hulp of aanpak werkt, op welke momenten iemand uit de bocht springt en hoe je daar dan het beste mee om kunt gaan. Ze ziet en snapt intuïtief ontzettend veel, als het gaat om interpersoonlijke interacties. Ik herken veel van mezelf daarin, dus ik zie behalve de kwaliteiten ook de valkuilen die dat met zich meebrengt. Dat eindeloze verplaatsen in anderen, altijd maar bezig zijn met de gevoelens van andere mensen, harmonie willen nastreven boven alles. Gelukkig heeft ze ook een hele sterke ik-kracht, van waaruit ze soms heel duidelijk en eerlijk kan zeggen “Ja doei! Dit is mijn grens. Bekijk het ff”. Dat bewonder ik enorm in mijn dochter.
Als ik haar vraag naar haar mooiste herinneringen aan bomen, vertelt ze over haar favoriete klimbomen. Dat altijd groene klimbosje op Landgoed de Horsten in Wassenaar – haar meest gekoesterde herinnering was toen ze zo hoog klom dat ze haar handen boven het bladerdak uit kon steken en ik een foto daarvan maakte. “Maar die andere grote klimboom, vlakbij het theehuisje is ook mooi”. De klimbomen in het Panbos van Katwijk – “maar niet die ene waar altijd pissebedden op zitten, die andere, waar ik aan kan slingeren”. Het klimbosje in het Heempark aan de rand van Oegstgeest, waar je allemaal routes in kunt klimmen en je goed in kan verstoppen in de zomer. Natuurlijk de bomen in onze tuin – zowel Isaya als haar jongere zus Alela hebben hun eigen favoriete klimboom in de tuin. We hebben ook een appelboompje, maar die is nog te klein om in te klimmen. En tot slot “natuurlijk de boomhut bij opa en oma in de tuin! Die is leuk. En dan mag ik altijd nog even op het dak van de schuur om de stekjes te verwijderen voor opa.” Wat wens je de bomen van onze planeet toe? Met haar stralende snoetje in de zon zegt ze: “Dat ze goed mogen groeien! Mag ik nu in die boom gaan klimmen?” Ja lieve schat, dat mag zeker.
Ik was doodsbang voor… tja, alles eigenlijk. Maar ook zeker voor bomen klimmen.
En mijn boom? Ik blijk een Cypres te zijn. ‘Cypressen weten wat ze willen. Zit er eenmaal iets in je hoofd dan zal je er alles aan doen om het te kunnen uitvoeren.’ Ik denk dat veel mensen in mijn omgeving dit wel zouden beamen. Dat ik iemand ben die gaat voor waar ze in gelooft en wat ze wil. Mijn liefde voor mijn kinderen en voor onze mooie planeet bepalen mijn koers. Ik weet niet altijd wat ik wil en dat werkt soms ontwrichtend, dus ik ga de cypres de komende tijd maar eens om hulp vragen. Als kind was ik doodsbang voor… tja, alles eigenlijk. Maar ook zeker voor bomen klimmen. In een groot aantal jeugdherinneringen sta ik met mijn blote voetjes in de tuin op Curaçao, met mijn duim in mijn mond, naar boven te kijken, naar de bungelende benen van mijn zus, die uit een boom of over de dankrand steken. Het feit dat ik nu 3 keer per week heel fanatiek boulder op 3,5 meter hoogte had dat kleine meisje vast niet geloofd.

Bomen zijn, net als bij Marieke, op een moeilijk moment in mijn leven heel belangrijk geworden. En altijd gebleven. Het zijn als trouwe vrienden, waar ik altijd terecht kan en waardoor ik mij altijd beter voel. Als ik mij ergens zorgen over maak en ik loop een bos in, lijkt het alsof de bomen direct mijn zorgen opzuigen en mij vertrouwen, rust en moed teruggeven. Ik geniet intens van de schoonheid van de natuur. Bomen en bossen, parken, tuinen, bosbaden: ik kan niet zonder. Het is therapie, het zijn levenslijntjes. Het is bijzonder hoe in zowel de verhalen van Marieke als Aart thema’s als jeugd en de dood naar voren komen, als we praten over bomen. Het is een testament aan hoe belangrijk bomen voor ons zijn. Daarom ben ik zo ontzettend dankbaar voor Trees for All, die met haar vele projecten in binnen- en buitenland heel actief werkt aan een groenere wereld. Zodat niet alleen wij, maar ook de generaties na ons, kunnen opgroeien en genieten van een mooie, zo gezond mogelijke en relatief veilige planeet.
Wil je Trees for All steunen? Dat kan op verschillende manieren! Plant een boom, geef een boom cadeau, compenseer je CO2-uitstoot (bijvoorbeeld van je reizen of je energierekening) of start je eigen actie. Bijvoorbeeld met collega’s, je klas of als inzameling voor je verjaardag. Bekijk hier alle mogelijkheden. Natuurlijk kun je hier ook de Keltische Boomkalender vinden. En wil je meer weten over de ontzettend gave projecten van Trees for All? Neem dan een kijkje op de projectpagina!
