Het heeft bij ons anderhalf jaar geduurd, maar toen we na de zoveelste test eindelijk een dikke + op de zwangerschapstest zagen staan sprongen we een gat in de lucht. We konden ons geluk niet meer op. Dat moment vergeet ik nooit meer. Op wat misselijkheid en bekkeninstabiliteit na had ik een mooie zwangerschap en verliepen de voorbereidingen soepel: ik hield een negen maanden dagboek bij, de kledinggarderobe voor ons dochtertje was uitgebreider dan die van onszelf en het vluchtkoffertje stond klaar in de gang.
Na wat rondleidingen wisten we ook in welk ziekenhuis ik zou gaan bevallen en daarna zouden we drie dagen lang in een kraamhotel in Rotterdam verblijven. Het leek ons wel wat om in alle rust lekker bij te komen en te genieten in huiselijke sfeer met onze kleine meid. Er werd ons verteld dat wij 24 uur per dag in de watten gelegd zouden worden, met aandacht voor detail en persoonlijke wensen. De kamers in het kraamhotel hebben totaal geen ziekenhuisuitstraling, maar zijn gezellig en vertrouwd ingericht. Ook was er genoeg ruimte voor bezoek en zouden we geen drukte en rommel thuis hebben. Gewoon puur genieten van je baby en je laten verwennen. Dat klinkt goed toch?
Maar het liep anders, heel anders…
Ik werd vermoeid wakker en belde mijn zwangere zus op om ons theeafspraakje van die ochtend naar de middag te verplaatsen. Ik maakte mijn ontbijt, nam de eerste hap van mijn cracker en ineens voelde ik nattigheid. Het duurde even voor ik door had dat mijn bevalling was begonnen, want ja, het waren echt mijn vliezen die gebroken waren. Ik was 38 weken zwanger en dacht dat ze pas met een week of 40 a 42 zou komen. Wat een verassing! Gespannen en vol trots belde ik mijn zus terug; ‘het begint!’ Binnen tien minuten stond ze op de stoep en alles ging relaxed. Ik ben op de bank gaan liggen om nog wat rust te kunnen pakken.
s’ Middags gebeurde er nog niet veel, op wat gerommel na. Ondertussen checkte mijn zus of de vluchtkoffer volledig ingepakt was, kwam manlief thuis in zijn kluskleding en werd ik gecontroleerd aan huis door de verloskundige. De verloskundige bevestigde dat de bevalling echt was begonnen, maar dat ik pas een halve centimeter ontsluiting had en goed mijn rust moest pakken.
Een bevalling kun je niet plannen…
De negatieve gedachte dat ik pas een halve centimeter ontsluiting had, werd overspoeld door blijheid: straks is ons meisje er. De volgende controle van de verloskundige kwam uit op één centimeter ontsluiting terwijl de weeën zeker al voelbaar waren geworden. Na een paar uur had ik flinke weeën, maar de ontsluiting was pas 1,5 centimeter. De verloskundige zei: “Ga zo door, je doet het hartstikke goed. Mijn shift zit er voor nu op dus een collega neemt het zo van mij over”. Ik baalde, want ik vond deze verloskundige prettig en de weeën waren heftig. Na een half uur hebben we de verloskundige gebeld om te vragen of haar vervanger kon komen want de weeën kwamen ontzettend snel.
Ander ziekenhuis
Toen de verloskundige er eindelijk was lag ik wee op wee weg te puffen. Het was een flinke teleurstelling toen bleek dat ik na al die uren pas een kleine twee centimeter ontsluiting had, maar ik mocht eindelijk naar het ziekenhuis en dat vond ik héel fijn. De weeën storm was echt niet meer te houden, alles om mij heen begon kleiner te worden en ik trok steeds meer in mijzelf. Op de achtergrond hoorde ik de verloskundige zeggen “wat vervelend, ja klopt, het is overal druk, we proberen gewoon even een ander ziekenhuis”. Ik dacht “WAT, ziekenhuis vol?” maar de wee overspoelde mijn gedachte. De autotocht was de ergste rit van mijn leven. Eenmaal in de bevalkamer aangekomen wist ik niet meer wie er bij me waren, kon ik de lichten niet verdragen en weet ik nog dat ik aan de monitor gelegd werd en om een emmer en medicatie vroeg.
Mijn man heeft er alles aan gedaan om te zorgen dat ik zo snel mogelijk medicatie kreeg. Hij pakte mijn hand beet, maar zelfs daar was ik te misselijk voor. Op het moment dat de medicatie voorbereid werd, had ik het idee dat mijn dochter er al uit zou komen. Ik zei: “er gebeurt iets, help, ze komt al. Wat moet ik doen?” Vervolgens hoorde ik dat ik al 6 cm ontsluiting had en geen medicatie meer kon krijgen. In tegenstelling tot overdag ging de ontsluiting ineens zo extreem vlot. Voor ik het wist had ik volledige ontsluiting met enorme persdrang.
Het was even omschakelen naar die persweeën, maar die waren wel iets beter te verdragen. Ik ging van bed, naar baarkruk en weer terug, ondertussen was ik al bijna anderhalf uur aan het persen. Ook hoorde ik voor mijn gevoel al een uur lang: “kijk ik zie al haartjes”, maar ik merkte dat ik op was. De verloskundige heeft de gynaecoloog erbij geroepen. Inmiddels stond er vijf man om mijn bed heen: “ kom op 1,2,3 je laatste kracht”. Die zagen allemaal al vrij snel dat dit gedoemd was om te mislukken en ik zei machteloos: “ik kan niet meer, ik ben op”. Er werd besloten om vacuümextractie uit te voeren. Ik had echt geen idee wat er allemaal ging gebeuren, als ik maar verlost werd. Er kwam een instrumentenkastje aan en mijn bed werd omgebouwd met steunen waar mijn benen in geplaatst werden. Ik weet dat ik ingeknipt werd en tijdens een perswee moest ik mijn laatste kracht geven, wat niet meer lukte. Hierdoor verschoof de vacuümpomp. Daar krijg ik nog steeds kippenvel van. Nog éen keer moest ik álles geven en toen was het eindelijk zover.
Daar was ze dan, ons lieve kleine meisje.
Liv werd op mij gelegd en het enige wat ik kon was huilen, huilen en nog meer huilen. Wat een verlossing. Al vrij snel daarna heeft ze alleen maar bij papa gelegen, ik was gewoonweg te uitgeput om te kunnen genieten van ons grootste cadeau ooit. Tot op de dag van vandaag zijn Liv en haar papa twee handen op een buik.
De dag na de bevalling lag ik nog in het ziekenhuis en realiseerde ik me hoe heftig mijn bevalling was en dat ik in een ander ziekenhuis lag dan gepland. Een zwangerschap en bevalling kun je niet plannen! Wij waren klaar om vanuit het ziekenhuis naar het geboortehotel te vertrekken, totdat bleek dat ze daar ook geen plek hadden voor ons. Dat was echt een dubbele klap in mijn gezicht.
Mijn roze wolk was donker zwart
We zijn naar huis gegaan en ik heb alleen maar gehuild in bed. Ondertussen kwamen alle bloemen, cadeaus en kaartjes binnen. Ik mocht weer alles eten wat ik negen maanden lang niet kon. Maar niets fleurde me op. Op dag vijf lag ik weer bij de gynaecoloog omdat de wond na mijn bevalling niet goed genas. Mijn roze wolk was donker zwart.
Lees ook: “Ik schreeuwde tegen hem of hij alsjeblieft kon stoppen met huilen”
Postnatale depressie
Ik liep een postnatale depressie op die ander halfjaar lang geduurd heeft. Wat een vreselijk en verdrietig gevoel was dat. Ik was twee à drie keer per week de hort op zodra mijn man thuis kwam van zijn werk. Ik vluchtte weg van het diner of de lange avond. Urenlang huilde ik in het donker, zo ver heen was ik. Liv bleek reflux te hebben en spuugde gedurende de hele dag. Dit trok ik niet en dat maakte me nog verdrietiger. Naast dit verdriet kampte ik ook met een enorm schuldgevoel. Ondanks dat ik me zo rot voelde, heb ik altijd voor Liv klaar gestaan en haar eerder te goed verzorgd dan dat ik haar verslonsde. Dagelijks waste ik haar uitgebreid, kleedde haar mooi aan (wat ik ieder kwartier stond te doen i.v.m. haar reflux) en natuurlijk zag ik dat ze een mooi en vooral lief prinsesje was. Ik was alleen mezelf totaal verloren.
Het liefst wilde ik zo min mogelijk contact met mensen om mij heen. Mijn man maakte zich enorme zorgen en heeft altijd achter mij gestaan. Daar ben ik hem tot op de dag van vandaag nog steeds zo enorm dankbaar voor. Als het andersom geweest was, weet ik eerlijk gezegd niet of ik het vol gehouden had. Een postnatale depressie is een serieus probleem, wat niet als probleem gezien mag worden vind ik. Helaas hebben hier veel moeders mee te kampen, en het zou eens klaar moeten zijn met een taboe op (postnatale) depressies.
Op eigen kracht
Uiteindelijk ben ik heel trots dat ik zowel mijn bevalling als de depressie zonder medicatie maar op eigen kracht heb overwonnen. Ondertussen zijn Liv (nu net 3) en ik onafscheidelijk en heb ik absoluut geen beter vriendinnetje dan zij. Wij genieten nu volop als gezin zijnde en zijn echte avonturenspaarders. Onlangs hebben wij een huis gekocht en zijn verhuisd vanuit de stad naar een afgelegen dorpje. Na ruim tien jaar werk in de kinderopvang ben ik nu eigen ondernemer: gastouder aan huis. En we durven langzamerhand zelfs verder te dromen over een broertje of zusje voor Liv in de toekomst.
Blijf in jezelf geloven,
Liefs Roos, een hele trotse mama.
Wow! Het is mooi dat je een onderwerp als deze aankaart!