Afgelopen zomer kreeg ik heel veel vragen over de moestuin. En nu de lente is aangebroken leek het mij een mooi moment om mijn vader te interviewen over zijn moestuin, moestuineren en tuinieren. In deze blog komt alles aan bod: (beginnende) moestuintips, het maken van een planning voor je moestuin, moeilijke en gemakkelijke gewassen om te verbouwen, wat het kost een moestuin van 300 vierkante meter onderhouden en nog veel meer. Heb je een moestuin, overweeg je te beginnen met moestuinieren (in je tuin, op je balkon of in een moestuin) of wil je gewoon weten hoe het allemaal werkt, lees dan gauw verder!
Ik heb talloze herinneringen aan mijn vader in onze tuinen in Curacao. Aan het einde van zijn werkdag, ging hij de tuin in en gaf de planten water. Ondertussen stond hij na te denken, teksten te schrijven in zijn hoofd en verzorgde hij ondertussen al het groen. We hebben in verschillende huizen gewoond op Curacao en van iedere tuin maakte hij weer een prachtig groen paradijs. Ook in Nederland maakte hij een mooie, wilde stadstuin. Niet zo’n Hollands tegeltuintje, maar bomen, planten, groen! Dat hij een moestuin wilde beginnen vond ik dan ook een logische keuze.
Alle vragen over de moestuin en moestuinieren beantwoord
In mijn Instagram stories plaatste ik een vraagsticker zodat jullie al je vragen over de moestuin en moestuinieren konden stellen. Hieronder vind je de meeste vragen beantwoord, door mijn vader, tijdens een gesprek dat we op 23 maart 2021 voerden op de moestuin.
Wanneer ben je deze moestuin begonnen?
“We hebben de moestuin 5 jaar geleden overgenomen”. De moestuin is onderdeel van een moestuinvereniging. Mijn vader huurt de moestuin samen met mijn zwager. De moestuin is 300 vierkante meter groot. Er staat een kas in de moestuin en een huisje met een keukentje en toilet. Er is eetruimte, slaapruimte, een kachel en een porch.
Waarom ben je begonnen met moestuinieren?
“De belangrijkste reden was om een plezierige tijdspassering te hebben. Iets totaal anders dan wat ik dagelijks doe, zowel fysiek als mentaal. Ik begon daarom 7 jaar geleden met het fotograferen van de natuur. Zo kwam ik bij iemand met een moestuin terecht. In een moestuin kun je in alle seizoenen prachtige foto’s maken van groenten en vruchten en planten die opkomen, zaden die ontkiemen, bloemen. Ik raakte bevriend met deze moestuinierder en volgde hem een jaar lang: ik fotografeerde zijn tuin en en we spraken over moestuinieren. Na een jaar dacht ik: ‘dit ga ik nooit doen. Veel te veel werk’. Maar met z’n tweeën (mijn zwager) is het goed te doen. Het is heerlijk wanneer de wereld niet groter is dan de moestuin. Je eigen groentes en fruit kweken, is fantastisch, maar dat was in eerste instantie meer bijzaak.”
Waar komt je liefde voor tuinieren vandaan? Is dit vroeger ontstaan, omdat je vader een tuindersbedrijf had?
“Ik ben op een tuinderij opgegroeid. Mijn vader was tuinder met een boomgaard en kassen. Ik kom uit een klein dorp en landerijen waren vollop in mijn omgeving. En dat was plezierig. En ik ben daar vertrouwd mee. Maar of dat nu de reden is dat ik een moestuin heb? Ik denk het niet.
Welke tuinierderstips heb je meegenomen uit Curacao?
“Ik denk dat hier eerder de reden ligt waarom ik nu een moestuin heb. In Curacao werkte ik veel in de tuin, om afleiding te zoeken van of juist inspiratie te vinden voor mijn werk. Het bood zoveel ontspanning, in de hitte werken tussen de palmbonen en andere tropische planten en bloemen. Op het moment dat je in de tuin werkt, vragen de aarde en de planten al je aandacht op. Dat is heel prettig. De fysieke inspanning werkt ontspannend.
De planten en de watervoorziening zijn compleet anders in Curacao, dus in die zin moest ik hier helemaal opnieuw starten. Maar wat ik wel meenam, was de ervaring dat je veel geduld moet hebben voor tuinieren. Je moet begrijpen dat niet alles even goed te plannen is. Het resultaat is soms anders dan je had verwacht. Soms overtreft de natuur je verwachtingen, zoals de appelboom dat we pootten en soms stelt het teleur, zoals het perenboompje dat we pootten en nog steeds geen peren geeft.”
Wat zou je nu willen zeggen tegen jezelf 5 jaar terug?
“Dat het een goede keuze is geweest. Het is heerlijk! De tuin was erg verwaarloosd toen we hem overnamen. Dus het heeft enkele jaren geduurd om de tuin weer in goede staat te krijgen. Maar dat geeft niet, daar gingen we voor. Die inspanning was te doen omdat we het met z’n tweeën doen. Het mooie is dat het in het eerste jaar ook al iets opleverde. In de kas kun je al tomatenplanten neerzetten, zonder dat je ze zelf opkweekt. Komkommer ook. Je hoeft maar een meter schoon te maken en om te spitten, er wat te planten en het gaat groeien.”
Wat is je belangrijkste tip voor beginnende moestuinierders?
“Als het een grote tuin is zou ik het met iemand doen. Je partner of een vriend bijvoorbeeld. Doe het met z’n tweeën. Het huisje, de kas en de tuin moeten onderhouden worden: dat is een tijdsinvestering. Wees geduldig. Weet dat het veel werk is, maar dat het je ook energie geeft. En heb geen overdreven verwachtingen. Doe relaxed, het komt. Het ene jaar heb je veel aardappelen en het andere jaar nauwelijks.”
Boekentip van mijn vader
Jullie tuin is 300 vierkante meter, is zoveel grond noodzakelijk om succesvol te moestuinieren?
“Welnee. Je kunt het ook op je balkon doen. Je kunt een bak nemen om aardbeien in te laten groeien. Of een vierkante meter nemen in je tuin en in vieren delen. Radijsjes en sla groeien bijvoorbeeld makkelijk.”
Hoe maak je een goede planning?
“Het eerste jaar hebben we een cursus gevolgd bij onze moestuinvereniging. We hebben toen onder andere geleerd over het maken van een planning: hoe je de bedden in de tuin indeelt en waneer je wat zaait. De eerste jaren hebben we alles van te voren uitgetekend en gepland. Inmiddels is onze tuin in overzichtelijke en afgebakende bedden (vakken) verdeeld en hebben we een aantal gewassen die we ieder jaar (op een andere plek) verbouwen. Ook voegen we jaarlijks het een en ander toe. Het loopt redelijk vanzelf: tekeningen maken we niet meer.
Hoe is jullie tuin ingedeeld? Wat ga je verbouwen dit jaar?
“We hebben twee veldjes waar we gewassen verbouwen, een kas (ongeveer 15 m2), een kruidentuin, een grasveld voor de kleinkinderen om te spelen, een achtertuin en een huisje. In de achtertuin staan frambozen, bramen, kruisbessen en rode bessen. Aan de zijkanten van het huisje vooral struiken, bomen, bloembollen en bloemen voor de insecten. Op de veldjes komen: aardappels, uien, knoflook, sperziebonen (stokbonen), pompoen, courgette, aardappels, sla, spinazie, koolsoorten (spitskool, witte kool, koolraap), prei, rabarber en aardbeien. Ook houden we een veldje over voor bijenbloemen. We doen dit jaar geen wortelen, dat leverde niet zoveel op vorig jaar. In de kas komen weer tomaten, komkommer en we hebben een druif in de kas. Die levert ook veel op. Meloen gaan we weer proberen: dat was vorig jaar niet helemaal gelukt. De kruidentuin is nieuw, die hebben we afgelopen herfst gemaakt. Dat kostte veel tijd, maar vanaf nu hebben we er alleen maar plezier van.
En we hebben natuurlijk drie compostbakken. Die bakken maken, kost veel tijd. Maar daarna heb je er weinig werk aan. In het eerste jaar gebruik je de eerste bak, in het tweede jaar de tweede bak en in het derde jaar de derde bak. En dan kun je de compost uit de eerste bak gebruiken. We hebben destijds ook over composteren een cursus gevolgd bij onze moestuin vereniging. We kunnen nog niet volledig vanuit de compost bak werken. Soms moeten we wat bijhalen, bijvoorbeeld zand, omdat we werken in zeer natte kleigrond, of mest.”
Wat kweek je zelf op en wat koop je als plant?
“Onder andere courgette, pompoen, spinazie, sperziebonen, knoflook kweken we zelf op. Onder andere tomaten en komkommers kopen we als plant.
Wat kun je al vroeg zaaien en wat moet later in het jaar?
“Dat kun je heel gemakkelijk terugvinden in een zaaikalender. Die geven precies aan wanneer je wat kunt zaaien – binnen en buiten – en wanneer je het kunt oogsten.”
Wat was vorige jaren een succes en wat niet?
“Wortelen, paprika en meloen waren geen succes. Paprika en meloen (was vorig jaar te nat geworden) gaan we opnieuw proberen. Wortel dit jaar niet. Ook de aardbeien deden het vorig jaar niet. Die hadden juist weer te weinig water gekregen. Dit jaar hebben we twee nieuwe soorten aardbeienplanten. De mais en aardappelen waren een wisselend succes. Een soort aardappels deed het heel goed, een andere soort niet. De maïs deed het goed tot er een storm kwam. We hadden de mais niet goed genoeg beschermd.
Wat het ontzettend goed deed waren de sperziebonen, de verschillende soorten sla, de tomaten, komkommer, courgette, de kolen en de spinazie. En heel veel trossen heerlijke druiven. Ook waren er frambozen en bramen in overvloed. Dat is heel leuk voor de kleinkinderen om van te plukken.”
Wat zijn makkelijke groenten/fruit? Hoe kun je eenvoudig thuis - in de tuin of op het balkon - beginnen met groente en fruit verbouwen?
“Radijsjes zijn gemakkelijk. Maar ook tomaten en komkommers, als je ze als plant koopt. Net als aardbeien (wel goed water geven!) Je kunt ook gewoon aardappels zelf opkweken in een emmer op je balkon. Als je kleine biologische aardappels een beetje laat uitlopen en vervolgens plant in een emmer krijg je een mooie aardappelplant. Maar ook sla is een relatief makkelijke groente. Begin gewoon met een pot of een bak en bereid het rustig uit. Probeer zaden, pitten en bonen op te kweken binnen en neem ze mee naar buiten als het begint te groeien. Op je balkon zou je ook sperziebonen (stokbonen) kunnen laten groeien. Pompoen en courgette zou ik niet doen op je balkon, omdat het blad zoveel ruimte inneemt.”
Hoeveel tijd kost het om een moestuin van dit formaat bij te houden?
“Als je het met z’n tweeën doet, ongeveer 6 tot 8 uur per persoon per week, in de lente- en zomermaanden. De rest van het jaar heb je minder werk. Je moet natuurlijk wel je tuin winterklaar maken, de kas opruimen, de druif snoeien, het huisje onderhouden. Dat kost tijd. Maar in principe heb je in de winter ook een paar maanden dat je nauwelijks tijd kwijt bent. Maar je moet je ook realiseren dat sommige dingen eenmalig veel tijd kosten. Nu zijn we bijvoorbeeld bezig met het ophogen van het tuinpad. Dat is een flinke klus, maar daarna hoeven we er jaren niks meer aan te doen. Hoe beter je tuin onderhouden is, hoe minder tijd je eraan kwijt bent op ten duur.”
Wat moet je doen tegen een slakkenplaag?
“Wij gooien onze slakken bij de buren. Nee hoor, grapje. Je kunt Afrikaantjes plantjes. Dat helpt enorm goed. En verder gebruiken wij toch ook nog wel eens (voor de kleinkinderen veilige) slakkengif…”
Hoeveel geld kost het, een moestuin? Dus zowel aankoop, huur, onderhoud, materiaal, etc.
“Ik weet niet precies wat we betalen per jaar, maar het is een klein bedrag. We huren de tuin voor ongeveer 375 euro per jaar bij de vereniging. Daar komt nog een verzekering bij, maar in totaal betalen we niet meer dan 450 euro per jaar. Het huisje en de kas hebben we overgenomen. Onze moestuinvereniging hanteert geloof ik een maximaal bedrag van 4500 euro hiervoor.
Dan heb je de tuin. Het onderhoud moet je er natuurlijk ook bijrekenen. Zaden, pitten en bonen kosten niet zoveel, tenzij je hele speciale koopt. Maar planten natuurlijk wel. Hetzelfde geldt voor bomen, sierplanten, bloembollen, aarde. Maar ook gereedschap: kruiwagen, schoffels, handschoenen, noem maar op. Een deel kun je tweedehands kopen van andere moestuinierders. Er wordt ook veel gedeeld binnen de vereniging. Je hoeft niet te starten met het beste van het beste spul. Wij hebben ons gereedschap langzaamaan uitgebreid en verbeterd: nu werken we met goed spul.
Een andere kostenpost waar je rekening mee moet houden is het onderhoud van het huisje (als er een huisje op je moestuin staat). Wij zijn het huisje aan het opknappen en verven bijvoorbeeld. Maar ook onderhoud en reparatie van je kas of het aanleggen van een goed watersysteem in je kas. Andere kosten zijn watertonnen, materiaal voor je compostbakken en wellicht tegels voor paden (hoewel dit ook zeker tweedehands kan). Maar het is goed om te bedenken dat dit de meeste van dit soort investering eenmalig zijn: als je regenton eenmaal staat of je tuinpad eenmaal ligt, heb je er geen kosten meer aan.”
Hoe maak je milieuvriendelijke keuzes tijdens het moestuinieren?
“We vangen water op in 4 regentonnen, zodat we niet onnodig veel drinkwater hoeven te gebruiken. We composteren. We gebruiken geen bestrijdingsmiddelen (op die slakken na…). Ik kom zoveel mogelijk met de fiets naar de moestuin. We betegelen zo min mogelijk, zodat het vooral groen is. We hebben wel wat sierbeplanting en een grasveld voor de kleinkinderen, maar het meeste groen is functioneel: groente, fruit, kruiden, bloemen voor bestuivers. We zorgen voor een goede variëteit en leggen stroken met weidebloemen aan tussen de gewassen. We hebben een houtwal gemaakt: opgestapelde takken die tienen als tehuis voor de insecten. We delen spullen met moestuinburen en kopen waar kan tweedehands gereedschap.”
Wat is het voordeel van moestuinieren in een tuinvereniging?
“Het delen van spullen en informatie is heel prettig. Je geeft elkaar stekjes, zaden en groenten. Je kunt gereedschap van elkaar lenen. Je kunt advies vragen aan een moestuinbuur die iets verbouwt wat jij wilt gaan proberen. Ook kun je cursussen volgen, over bijvoorbeeld composteren en moestuinieren. En het is gezellig voor de kleinkinderen omdat er nog meer kinderen in de buurt zijn.”
Kun je er volledig van eten? Zo ja, in welke maanden?
“Nee, wij niet. We delen de opbrengt met drie gezinnen en we verbouwen niet alles wat we normaal gesproken eten. Maar aan in de loop van de lente, de zomer en het begin van de herfst eten we wel voornamelijk uit de moestuin. We verbouwen genoeg dat we in sommige maanden geen sperziebonen, sla, spinazie, tomaten, druiven en dergelijke hoeven te kopen. Dat is natuurlijk geweldig. Het voelt fantastisch als je na een middag hard werken in de moestuin ‘s avonds aardappelen en sperziebonen of een heerlijke salade uit de tuin kunt eten! Maar ook bijvoorbeeld de overvloed aan frambozen en bramen: als je dat in die hoeveelheden in de supermarkt zou kopen iedere zomer was je een fortuin kwijt. Dat is een echte luxe natuurlijk.”
Bespaart de moestuin jullie geld?
“Nee. Nog niet. Maar ook omdat we blijven investeren. Ons doel ligt daar in principe niet. Natuurlijk merken we het in de zomer in de boodschappen. Maar tegelijkertijd investeren we in de tuin en het huisje. En we kiezen er bewust voor om de andere helft van het jaar niet intensief te moestuinieren, dus een deel van het jaar eten we niet uit de moestuin.”
Wat zijn je wensen voor de moestuin? Wat zou je nog heel graag willen verbouwen?
“Paprika, meloen, spruiten, boerenkool, asperges en witlof en artisjok.”
Wat vind je het zwaarste of lastigste aan moestuinieren/een moestuin hebben?
“Het herstellen van de verwaarlozing van de vorige beheerder was intensief: het gezond krijgen van de aarde, al het spitten. Nu is dat niet gelukkig niet meer. Natuurlijk blijven er wel intensieve klussen, zoals het pad verhogen en de aardappels oogsten.”
Wat vind je het leukst?
“Dat het je aandacht helemaal trekt als je erin bezig bent en dan is de wereld niet groter dan een moestuin. Dan werkt het heel erg ontspannend. Met je handen aan de slag.
Het is ook heel leuk en waardevol voor kleinkinderen om het proces te volgen. Ze beleven de seizoenen en volgen de gewassen, van zaadje naar groeien tot oogsten. Ze leren bonen knippen. Kunnen zelf zomerfruit plukken. Ze zien precies waar het eten dat op hun bord ligt vandaan komt, hoe het groeit, hoe de natuur werkt voor ons: dat is heel waardevol.”
Wat zou je willen zeggen tegen iedereen die een moestuin overweegt?
“Doen! Zoek een moestuinmaatje en ga aan de slag!”
One thought on “Alles wat je wilt weten over de moestuin | Q&A met mijn vader”