Het is half 1 ‘s nachts en mijn 4 dagen oude baby wordt wakker om te drinken. Ik draai mij om in bed – het gaat nog wat moeizaam door de hechtingen en zakkende baarmoeder – schuif mijn kroost uit de co-sleeper, trek een opgeblazen borst uit mijn t-shirt en duw mijn lekkende tepel in de richting van het huilende gezicht. Ze is gelijk stil en begint tevreden te drinken. Ik pak mijn telefoon om te kijken hoe laat het is. Mijn dochter drinkt rustig door. Het is de tiende voeding sinds vorige nacht en het gaat allemaal nog wel even duren, weet ik na 16 maanden borstvoedingservaring bij dochter nummer 1, dus ik open Instagram en begin wat te scrollen en liken. Dan moet ik denken aan die meneer. Die ene, die zei dat borstvoedende moeders niet op hun telefoon mogen.
Ik probeer te bedenken hoe die meneer heet – of ik dat ergens in mijn week geworden kraamhersenen heb opgeslagen – en wat hij doet. Is het een wetenschapper? Ja, dat zal toch wel? Hij zal toch wel weten waar hij het over heeft, als hij zulke uitspraken doet? Ik neem aan dat als je als man – zonder borsten, vagina en baarmoeder – iets zegt over bevallen of borstvoeden, je verdomd hard vooronderzoek hebt gedaan alvorens je je mond opent. Ja, hij zal vast weten waar hij het over heeft.
Ik scroll rustig verder op mijn mobiel. Ik kijk, in mijn Facebookgroep, hoe het met de andere moeders die net bevallen zijn gaat. Ik lees hun lof- en klaagzangen en schrik van hoeveel moeders in de eerste week al zijn gestopt met borstvoeding geven. “Niet mijn ding”, “duurt lang”, “lukt niet”, geven ze gaan. Ik slik mijn teleurstelling in, want je weet nooit precies hoe iets voor iemand anders voelt (zelfs niet als iemand er een openhartige blog over schrijft). Ik open mijn shop apps, op zoek naar matching jurkjes voor mijn kroost.
Mijn dochter is klaar met borst nummer 1. Hij voelt iets minder hard aan, ondanks dat mijn voormalige B-cup nog steeds een dubbel D is en vol dreigende aderen warm aanvoelt. Stuwing. Tja, het hoort erbij. Dochter is niet onder de indruk en dommelt weg. Ik heb de neiging om mee te doen, maar weet dat ik dan over een kwartier weer wakker word gehuild. Dus ik stuur mijn beurse doos en lekkende borsten het bed uit en loop met newborn naar de badkamer om ons te verschonen.
Na twee lagen wasbare luiers te hebben verwijderd – ja, ook na uren uit elkaar gerukt te zijn door weeën en mijn oogballen bijna mee-eruit te hebben geperst tijdens de uitdrijving ben ik nog zeer begaan met het milieu – veeg ik de gele poep van haar billen en nog net niet in mijn haar. Een schone luier en een pijnlijke plas uit mijn eigen onderkantje later ben ik heel tevreden over onze prestaties en waggel ik terug naar bed.
Ik hang dochter aan de andere borst en de siliconen Haakaa pomp aan de andere, om de druk een beetje weg te halen. Ik zie mijzelf als een soort uitgezakte meme zitten:
“What you think you will look like after birth vs What you actually look like after birth”
Ik kan erom lachen. Het hoort erbij. #normalizebreastfeeding. En ik ben allang blij dat ik op dag vier dat ellendige kraamverband heb kunnen vervangen voor gewoon maandverband. Nog maar een week of zes, dan kan ik weer zitten, niezen, poepen en hoesten zonder bang te zijn dat er hechtingen losschieten, pijnscheuten door mijn lijf trekken of bloed uit me loopt. En eerlijk waar: één blik op de veroorzaker van het lichamelijk ongemak en alles is goed. Perfect zelfs.
Ik pak mijn telefoon weer op, om de meme in mijn hoofd via Google Images terug te vinden. Leuk, voor Instastories. De meneer, met de uitspraken over borstvoedende moeders die niet op hun telefoon moeten kijken maar naar hun baby, komt weer naar boven. Ik bedenk mij dat ik hem ook even moet google’en.
Zoekresultaten van een moeder in haar kraamweek:
- Groene poep bij pasgeboren baby
- Taaislijmziekte
- SIDS
- Wanneer mag een fopspeen
- Matching jurkjes voor peuters en newborns
- Meme “what I think I look like”
Meneer die vindt dat bortvoedende moeders niet op hun telefoon mogen
De meneer moet toch even wachten, want mijn kind is in slaap gevallen aan de andere borst. Ik laat haar boeren, voel wat “teruggegeven” melk in mijn nek, decolleté en haren lopen, leg haar terug in de co-sleeper en hang de borstkolf nog even aan de andere knoertharde borst. Ik wil eigenlijk slapen, maar weet dat als ik nu geen koel-pads op die memmen leg, het morgen alleen maar erger is. Ik kan nu al de hele straat voeden met mijn huidige productieproces, dus ik sleep mijzelf uit bed, naar beneden en trek de vriezer open.
Terwijl ik een bevroren framboos en wat broodkruimels van mijn koel-pads afpulk denk ik weer aan de meneer. Hij zal toch op z’n minst ervaringsdeskundige by proxy zijn, oftewel vader. Hij heeft vast een vrouw. Die het hem heeft uitgelegd. Of hij heeft ons bestudeerd, jarenlang. Hij weet vast waar hij het over heeft. Ik moet hem echt even google’en. Misschien bij de volgende voeding, want met twee kinderen, waarvan er eentje gemiddeld 8 uur per dag aan mijn borst drinkt, zijn de nachtvoedingen bij uitstek mijn telefoonmomenten. Nu wil ik vooral slapen. Het is half 2, dus met een beetje geluk kan ik één á anderhalf uur slapen voordat alles weer van voren af aan begint.
Eerst nog even kijken bij de peuter. Ze ademt nog. Dat stopt nooit, die behoefte om dat te checken. Ik voel ook gelijk even of ze niet in bed heeft geplast. Ik moet haar eigenlijk op de wc zetten, maar de zakkende baarmoeder laat het nog niet toe om 14 kilo op te tillen. Ik overweeg mijn opties: haar laten liggen, waardoor ze in bed plast en dus eerder wakker is ‘s ochtends of mijn partner wakker maken en om hulp vragen, waardoor peuter doorslaapt, maar partner minder gezellig is overdag. Ik kies voor optie A en vraag mij af wat de vrouw van de meneer met de mening over borstvoedende moeders en mobiele telefoons zou doen.
Ik moet hem echt even google’en. Maar nu ga ik eerst even slapen.
Wat een fantastisch opgeschreven!