Over een kleine twee weken is Alela precies 1,5 jaar oud. Anderhalf jaar geleden werd ze geboren. Hoogzomer was het. Net als bij haar zus. Iedereen liep te puffen en ging gebukt onder de dertig graden. Maar ik, als Tropenkind, zweefde zelfs met mijn dikke buik op de zinderende hitte. Als ik terugdenk aan de bevalling van Alela voel ik rust. Niet omdat de bevalling relaxed en pijnloos was: het was een natuurlijke bevalling zonder pijnstilling dus ik werd uit elkaar gerukt van de pijn. Maar het ging goed. Voor mijn gevoel. Bij Isaya was dat heel anders. Als ik aan haar bevalling terugdenk voel ik, ruim 4,5 jaar later, nog altijd het trauma van de bevalling.
Samen vormen ze een rond verhaal
Samen vormen mijn bevallingen een rond verhaal, zo voelt het. Bij Isaya verliep het begin prettig en zoals ik het graag had gewild. Ik kon zo lang mogelijk thuis blijven, de weeën rustig op laten bouwen en toen het eenmaal tijd was voor de stormweeën en het onmenselijke gedeelte van de bevalling, was mijn lichaam er klaar voor. Ik voelde mij ondanks de pijn in mijn kracht. Maar toen ze eenmaal was geboren ging het mis: Isaya had meconium aspiratie en moest worden opgenomen. Ze werd na vijf schamele minuutjes al van mijn borst getrokken en meegenomen naar de beademingskamer. De eerste twintig uur van haar leven brachten we voor een deel gescheiden van elkaar door: dat was hel en nog altijd ontzettend pijnlijk om aan terug te denken. Een uur na de geboorte en net gehecht moest ik al vechten tegen protocollen over kunstvoeding. Pas toen we thuis waren, twee dagen later, weg van alle protocollen en vaste voedingstijden kon ik gaan genieten van mijn prachtige, gezonde baby.
Bij Alela was het bijna andersom. Het begin verliep totaal niet zoals ik wilde. Mijn vliezen braken voordat de weeën begonnen en ik ontdekte dat ze in het vruchtwater had gepoept. Ik werd dus gelijk medisch. Ik moest aan de monitor en hoewel ik had gevraagd om een apparaatje waarmee ik kon bewegen, was ik veel beperkter dan thuis. Ik mocht 4 uur lang “afwachten” in het ziekenhuis om de weeën op natuurlijke wijze te laten opbouwen – iets wat ik heel graag wilde. Maar daarna werd toch aangedrongen op weeënopwekkers. Ik ging daardoor in tien minuten tijd van een pijn die ik zelf als ‘een vijf’ omschreef, naar een pijn die voelde als een dikke tien. Omdat het zo snel ging, had mijn lijf geen tijd om aan de pijn te wennen. Het was vreselijk en ik dacht “dit wil ik nooit meer”. Maar toen Alela was geboren was alles goed. Ze lag gezond in mijn armen, dronk een uur lang aan mijn borst en sliep daarna nog rustig een uur naakt tegen mij aan. Pas daarna werd ze gewogen, onderzocht en aangekleed.
Bij Isaya kreeg ik dus “mooie” weeën en bij Alela kreeg ik een mooie periode na de geboorte [het persen zelf vond ik bij beide meiden vreselijk]. Zo voelt het als een rond verhaal en voelt de geboorte van Alela bijna als helend voor mijn ervaringen na Isaya’s geboorte.
Back to bussines
” Strong enough to bare the children. Then get back to business.”
Beyoncé
We leven in een samenleving waarin van vrouwen wordt verwacht dat ze het klusje wel even klaren en daarna het “gewone leven” weer snel oppakken. Het moet vooral niet teveel impact hebben op het dagelijks leven, dat hele kinderen krijgen. Werk moet doorgaan tot vlak voor de geboorte en tien tot twaalf weken later wordt verwacht dat de moeder – die haar kind negen maanden lang in haar buik heeft laten groeien tot een levensvatbaar wezen, om het vervolgens in helse pijn ter wereld te brengen en daarna nachten lang wakker is gebleven met haar allergrootste bron van liefde, geluk en angst – weer gewoon aan het werk gaat. “Then get back to business”. Het gebrek aan respect en begrip voor De Moeder in onze huidige tijd is iets waar ik mij soms echt kwaad om kan maken. Met hier & daar een uitzondering ken ik geen enkele moeder die niet rondloopt met het trauma van de bevalling.
Het trauma van de bevalling
Dat trauma van de bevalling kan groot zijn. Onmenselijk groot. En dan denk ik aan de moeders die hun kindje nooit mee naar huis konden nemen. En aan de moeders de maandenlang in angst, spanning en paniek hebben zitten wachten aan een couveuse of in een wachtkamer, hopend op goed nieuws. Het kan een trauma zijn dat nog lang doorspeelt, bijvoorbeeld omdat de bevalling zo pijnlijk, uitputtend of “anders” liep, dat de moeder in een postnatale depressie terecht kwam. Het kan een knagend trauma zijn, omdat dingen niet liepen zoals je wilde: omdat je honderd keer voor jezelf en voor je kind moest opkomen en tóch werd er over je heengelopen. Of misschien kwam je niet op voor wat je geloofde en aanvoelde, omdat je je onzeker voelde en pas later – soms wel maanden later – voelde “shit, dit was niet zoals ik het wilde”. Het kan een fysiek trauma zijn, van een moederlijf dat maar niet wil herstellen, maar pijn blijft doen, niks kan tillen, uitgeput is en niet als van jezelf voelt.
Het verwerken van het trauma van de bevalling
De ruimte die vrouwen krijgen om dit trauma – groot, klein en alles daar tussenin – te verwerken, is klein. Bijna onzichtbaar. Sterker nog: je moet het zelf pakken. Zelf inzien dat het nodig is. Dat het mag. Dat “back to business” niet persé betekent “weer aan het werk”, maar ook: “werken aan jezelf” en “het verwerken van je bevalling”. Praten over je bevalling, bijvoorbeeld met andere moeders, kan vaak helend werken. Erover schrijven ook. Voor beide meiden heb ik het bevallingsverhaal opgeschreven. Bij Isaya was dat een lang verhaal. Met iedere zin die ik typte probeerde ik wat er was gebeurt een plekje te geven in mijn lichaam, in mijn ziel en in mijn geest. Desalniettemin was er een nasleep van jaren, die werd versterkt door haar ziekenhuisopnames. Bij Alela was mijn bevallingsverhaal veel korter. Ja, de pijn was hels en het liep niet zoals ik wilde. Maar ik had een gezond kind en ze was bij me, vanaf het allereerste begin. Alela heeft zich geen seconde alleen gevoeld of moeten gillen in een grote ruimte, niet begrijpend waar of wat ze was, niks tegen zich aanvoelend, mij niet ruiken… alleen maar onbegrijpelijke ruimte.
Het schrijven van jouw bevallingsverhaal
Het schrijven van je bevallingsverhaal helpt niet alleen om jouw trauma van de bevalling te verwerken. Het helpt je ook om je kindje beter te begrijpen. De manier waarop een kind ter wereld komt, kan zoveel impact hebben op zijn of haar verdere leven. Begrip hiervoor hebben kan jullie beiden ten goede komen. Weet je niet zo goed hoe je dat moet doen of wil je graag hulp bij het schrijven van je bevallingsverhaal? Neem dan eens een kijkje bij de cursus van Janneke Jonkman, schrijfster en moeder van twee meisjes.
Hi Kari,
Mooi artikel.
Voor iedere moeder is het anders, en heel goed om, als je een trauma hebt, dat echt een plekje te geven. Zelf denk ik, ondanks dat alles anders liep dan dat ik wenste (te laat voor pijnstilling, liggend ipv op handen en voeten en na 45 min helaas een complicatie waardoor dochter op IC terecht kwam), bijna nooit meer aan de bevalling, maar geniet ik wel extra dat alles goed gaat met haar. Maar snap heel goed dat dat anders kan zijn!
Reden dat ik toch reageer is het volgende: ik heb moeite met het woord “willen” in combinatie met bevalling. Ik denk namelijk echt dat het zou helpen als we het woord wensen gebruiken. Willen impliceert namelijk alsof je er invloed op hebt. Ten dele is dat natuurlijk zo, maar voor een heel groot deel niet. Door te spreken over wensen (en dus ook geen bevallings/geboorteplan maar “wensen voor de bevalling”) maken we het wellicht makkelijker om te realiseren dat het ook echt anders kan lopen en dat ook makkelijker te accepteren.
Heel benieuwd hoe jij deze nuance in woordgebruik ziet!
Groetjes Neeltje